ECLI:NL:RBSGR:2011:BR3520
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank 's-Gravenhage, is op 10 juni 2011 een schriftelijk verzoek tot wraking afgewezen. Verzoekers, die een beroep hadden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun bezwaarschrift bij het Kadaster, hebben op 26 mei 2010 hun wrakingsverzoek ingediend. Dit verzoek werd behandeld op 30 mei 2011, waarbij mr. [X] als verweerder optrad. De verzoekers stelden dat mr. [X] niet op de wettelijk voorgeschreven wijze had gehandeld en dat er sprake was van een gebrek aan onpartijdigheid. Ze voerden aan dat de rechter niet tijdig had beslist en dat er geen eerlijke behandeling had plaatsgevonden.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De kamer concludeerde dat de verzoekers geen overtuigende feiten of omstandigheden hadden aangedragen die zouden wijzen op partijdigheid van mr. [X]. Aangezien mr. [X] reeds gewraakt was voordat de zitting had plaatsgevonden, kon hij niet als partijdig worden beschouwd. De overige omstandigheden die door de verzoekers werden aangevoerd, waren niet relevant voor het wrakingsverzoek.
De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters Y.J. Wijnnobel-van Erp, G.P. van Ham en F.J. Verbeek, in aanwezigheid van griffier F.M. Schreuder.