ECLI:NL:RBSGR:2011:BR2435
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J. van Leijenhorst
- M. Molenaar
- Rechtspraak.nl
Schending van de hoorplicht en vermindering van verzuimboete in belastingzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, stond de schending van de hoorplicht centraal. Eiseres, een belastingplichtige, had bezwaar gemaakt tegen een verzuimboete die haar was opgelegd door de inspecteur van de Belastingdienst. De rechtbank oordeelde dat de hoorplicht was geschonden, omdat de inspecteur geen gehoor had gegeven aan het verzoek van eiseres om gehoord te worden. Dit leidde tot de vernietiging van de uitspraak op bezwaar. De rechtbank had de keuze om de zaak terug te wijzen naar de inspecteur of zelf in de zaak te voorzien. Eiseres verzocht de rechtbank om zelf in de zaak te voorzien, wat de rechtbank ook deed.
De rechtbank constateerde dat eiseres haar aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2008 niet tijdig had ingediend, wat leidde tot de oplegging van een verzuimboete van € 226. De rechtbank oordeelde echter dat deze boete, gezien de omstandigheden van het geval en de ernst van het beboetbare feit, onevenredig hoog was. De rechtbank nam daarbij in overweging dat de bij de aanslag geheven belasting slechts € 106 bedroeg en dat het een eerste verzuim betrof. De rechtbank besloot de verzuimboete te verminderen tot € 106, wat zij passend en geboden achtte.
Daarnaast werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten die eiseres had gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar en het beroep, vastgesteld op € 874. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en gelastte de inspecteur om het door eiseres betaalde griffierecht van € 41 te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 30 juni 2011, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.