ECLI:NL:RBSGR:2011:BP9761
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de Belastingdienst Centrale Administratie in toeslagzaken betreffende de basisregistratie inkomen
In deze zaak, uitgesproken op 7 maart 2011 door de Rechtbank 's-Gravenhage, gaat het om de bevoegdheid van de Belastingdienst Centrale Administratie (B/CA) in relatie tot de huurtoeslag en de basisregistratie inkomen. Eiser, wonende te [Z], heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve toekenning van de huurtoeslag over 2008, waarbij een toetsingsinkomen van € 13.370 is gehanteerd. De Belastingdienst heeft een teveel betaald voorschot van € 1.011 teruggevorderd, wat aanleiding gaf tot het indienen van een bezwaarschrift door eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar tijdig is ingediend en dat de Belastingdienst bevoegd was om het bezwaar te beoordelen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de relevante wetgeving, zoals de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, besproken. Eiser heeft in zijn beroepschrift geen gronden aangevoerd die de registratie van zijn basisinkomen onjuist zouden maken. De rechtbank concludeert dat de registratie van het basisinkomen van eiser correct is en dat de Belastingdienst de juiste procedure heeft gevolgd. De uitspraak van de Belastingdienst op het bezwaar van eiser is dan ook ongegrond verklaard.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, en de zaak is afgesloten met de bevestiging van de eerdere besluiten van de Belastingdienst.