ECLI:NL:RBSGR:2011:BP6480
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. Poustochkine
- M. van Seventer
- E.E. Schotte
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van mensensmokkel en behulpzaamheid bij wederrechtelijke doorreis
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van mensensmokkel en behulpzaamheid bij een wederrechtelijke doorreis. De verdachte, bijgestaan door haar raadsman mr.drs. E. Oversier, verscheen ter terechtzitting waar de officier van justitie, mr. M.R.B. Mos, een werkstraf van 240 uren eiste, subsidiair 120 dagen hechtenis. De tenlastelegging betrof feiten die zich zouden hebben afgespeeld tussen 27 juni 2009 en 20 oktober 2009, waarbij de verdachte en een medeverdachte samen met een persoon die illegaal in Nederland verbleef, naar het buitenland reisden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel de verdachte en haar medeverdachte op het moment van de reis naar Parijs op 20 oktober 2009, de illegale status van de medeverdachte [betrokkene D.] erkenden, er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk behulpzaam was geweest bij de wederrechtelijke doorreis. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet uit winstbejag handelde en dat haar intentie niet gericht was op het faciliteren van de illegale status van [betrokkene D.]. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht de ten laste gelegde feiten te hebben begaan, en sprak haar vrij van de beschuldigingen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs voor opzet en de intentie achter de handelingen van de verdachte in zaken van mensensmokkel. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, waaronder artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht, in overweging genomen en concludeerde dat de verdachte niet kan worden beschouwd als iemand die behulpzaam is geweest bij de mensensmokkel, waardoor zij van alle beschuldigingen werd vrijgesproken.