Uitspraak
[gedaagde],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 januari 2011 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van [gedaagde] ;
- de antwoordakte van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 100.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 juli 2009 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 2.382,93 aan verschotten en € 2.842,- aan salaris van de advocaat, deze kosten te voldoen binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis en, voor het geval voldoening van de kosten van het geding binnen deze termijn niet plaatsvindt, deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt [gedaagde] in de nakosten aan de zijde van [eiser] begroot op € 113,- danwel, indien betekening van dit vonnis plaatsvindt, € 177,-;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.