ECLI:NL:RBSGR:2010:BO8344
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.D.G.J. Dop
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming over dwangsom bij niet tijdig beslissen door bestuursorgaan
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder om geen dwangsom te betalen, omdat zij van mening was dat de brief van 26 februari 2010, waarin verweerder meedeelde dat geen dwangsom verschuldigd was, op rechtsgevolg was gericht en derhalve als een besluit moest worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de brief inderdaad een besluit was waartegen bezwaar openstond, in lijn met de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verwees naar de Memorie van Toelichting op de wet, waarin wordt gesteld dat het bestuursorgaan de verschuldigdheid van de dwangsom bij beschikking vaststelt, en dat de bestuursrechter bevoegd is om geschillen over de hoogte of het verschuldigd zijn van de dwangsom te beoordelen.
De rechtbank concludeerde dat verweerder het bezwaar van eiseres ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van eiseres werd gegrond verklaard, en de rechtbank droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1311,-. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsbescherming van burgers in bestuursrechtelijke procedures, vooral in gevallen waar bestuursorganen niet tijdig beslissen.
De openbare behandeling van het beroep vond plaats op 24 november 2010, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gedaan en de proceskostenveroordeling is in overeenstemming met de geldende regelgeving.