ECLI:NL:RBZUT:2012:BW3683
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders in een geschil over legesheffing identiteitskaart
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 22 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de legesheffing voor de verstrekking van een identiteitskaart. Eiser, wonende te Ermelo, had een ingebrekestelling gestuurd naar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo, omdat er geen uitspraak op bezwaar was gedaan op zijn bezwaarschrift. De rechtbank oordeelde dat het college onbevoegd was om op de ingebrekestelling te beslissen, aangezien de heffingsambtenaar het bevoegde bestuursorgaan was. De rechtbank stelde vast dat de heffingsambtenaar op 6 april 2011, de dag na de ingebrekestelling, wel degelijk uitspraak had gedaan op het bezwaar van eiser. Hierdoor was er geen dwangsom verschuldigd, omdat de heffingsambtenaar tijdig had gereageerd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen van dit besluit in stand. Tevens werd bepaald dat verweerder het betaalde griffierecht van € 41 aan eiser diende te vergoeden. De rechtbank verwees naar relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad ter onderbouwing van haar beslissing.