ECLI:NL:RBSGR:2010:BO0282

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
7 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/33302
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting naar Sierra Leone

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 oktober 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen de bewaring van een vreemdeling van Sierra Leoonse nationaliteit. Eiser heeft op 23 september 2010 beroep ingesteld tegen het voortduren van de bewaring, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat tussen 1 januari 2009 en 1 oktober 2010 door de autoriteiten van Sierra Leone geen laissez-passer (lp) is afgegeven voor gedwongen terugkeer. Wel zijn er nationaliteitsverklaringen afgegeven voor 70 personen, waaronder eiser, en zijn er lp's verstrekt aan personen die vrijwillig terugkeerden met hulp van de IOM. De rechtbank concludeert dat gedwongen terugkeer naar Sierra Leone op dit moment niet mogelijk is, en dat er onvoldoende bewijs is dat het afleggen van een verklaring door eiser dat hij vrijwillig wil terugkeren, kan leiden tot de afgifte van een lp. Hierdoor ontbreekt zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, heft de bewaring op en kent eiser een schadevergoeding toe van € 1.120,--, te betalen door de Staat der Nederlanden. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat er zicht op uitzetting bestaat, en dat de omstandigheden van eiser, waaronder zijn levensomstandigheden, in aanmerking moeten worden genomen. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.M.J. Bouwman, rechter, en ondertekend door K.M.C. Zijlstra-van Middelkoop als griffier. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
nevenzittingsplaats Zwolle
Sector Bestuursrecht, Enkelvoudige Kamer voor Vreemdelingenzaken
Registratienummer: Awb 10/33302
Uitspraak op het beroep tegen de bewaring op grond van artikel 59 Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)
in het geding tusse[eiser]],
geboren op [geboortedatum],
van Sierra Leoonse nationaliteit,
IND dossiernummer [nummer],
V-nummer [nummer],
alias [eiser], en
[eiser], geboren op [geboortedatum],
thans verblijvende in het detentiecentrum Zeist,
raadsman mr. C.T.G. van Schie,
eiser;
en
de minister van Justitie,
Immigratie- en Naturalisatiedienst, vertegenwoordigd door R.L.F. Zandbelt, verweerder.
1. Procesverloop
Eiser heeft op 23 september 2010 beroep ingesteld tegen het voortduren van de bewaring. Het beroep strekt tevens tot een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan eiser en aan de rechtbank toegezonden. Eiser is in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.
Het beroep is behandeld ter zitting van 6 oktober 2010. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen.
2. Overwegingen
Op 8 december 2009 is eiser in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 22 september 2010 (Awb 10/30616) heeft de rechtbank laatstelijk een eerder tegen de bewaring gericht beroep ongegrond verklaard. Thans staat uitsluitend ter beoordeling of het voortduren van de bewaring rechtmatig is sinds het sluiten van het onderzoek op 15 september 2010 in die zaak.
Eiser stelt dat geen zicht op uitzetting bestaat en verwijst naar de uitspraak van deze rechtbank, nevenzittingsplaats Assen van 6 september 2010 (AWB 10/28773).
Verweerder stelt dat zicht op uitzetting niet ontbreekt, en dat van eiser mag worden verwacht dat hij tegenover de autoriteiten van Sierra Leone verklaart dat hij terug wil keren.
Niet in geding is dat tussen 1 januari 2009 en 1 oktober 2010 door de autoriteiten van Sierra Leone geen laissez-passer (hierna: lp) is afgegeven ten behoeve van gedwongen terugkeer.
Wel zijn in die periode door die autoriteiten ten behoeve van 70 personen nationaliteits-verklaringen afgegeven; ook voor eiser is dat gebeurd. Voorts zijn door die autoriteiten lp’s verstrekt aan personen die met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (hierna: IOM) vrijwillig wilden terugkeren naar Sierra Leone.
Ten slotte is niet in geding dat gedwongen terugkeer naar Sierra Leone met een EU-staat op dit moment niet mogelijk is.
Verweerder heeft ter zitting aangegeven dat op ministerieel en hoog ambtelijk niveau overleg plaatsvindt met de autoriteiten van Sierra Leone. Over de inhoud en de frequentie van dit overleg kan verweerder geen nadere toelichting geven.
In de uitspraak van 6 september 2010 heeft deze rechtbank, nevenzittingsplaats Assen overwogen: “Dat wel lp’s worden verstrekt ten behoeve van terugkeer met behulp van de IOM, laat de mogelijkheid open dat de autoriteiten van Sierra Leone om hen moverende redenen geen lp’s verstrekken als verweerder die aanvraagt, ook al verklaart de vreemdeling vrijwillig te willen terugkeren”. In die uitspraak heeft de rechtbank voorts overwegen dat verweerder heeft verklaard dat, om die mogelijkheid uit te sluiten of te bevestigen, dossieronderzoek nodig zou zijn.
De rechtbank stelt vast dat tot op heden van een dergelijk onderzoek niet is gebleken. Gelet voorts op de duur van de periode gedurende welke geen lp’s door de autoriteiten van Sierra Leon zijn verstrekt en het gegeven dat verweerder onvoldoende heeft kunnen concretiseren op welke punten ministerieel en ambtelijk overleg wordt gevoerd, en op welke termijn daarvan bij benadering resultaat kan worden verwacht, heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat het afleggen door eiser van een verklaring dat hij vrijwillig wil terugkeren naar Sierra Leone kan leiden tot afgifte van een lp.
Daaruit volgt dat zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn thans ontbreekt.
Het beroep zal gegrond worden verklaard en de opheffing van de bewaring zal worden bevolen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn er, alle omstandigheden, waaronder de levensomstandigheden van eiser, in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig om hem ten laste van de Staat een schadevergoeding toe te kennen van € 80,-- per dag voor de dagen die eiser vanaf 23 september 2010, zijnde de datum waarop het beroep is ingediend, heeft doorgebracht in het huis van bewaring. Dit betekent dat een bedrag van € 1.120,-- zal worden toegekend.
3. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- beveelt de opheffing van de bewaring met ingang van heden;
- kent aan eiser ten laste van de Staat der Nederlanden een vergoeding toe van € 1.120,--;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 874,--, te voldoen aan de griffier van deze rechtbank.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.M.J. Bouwman, rechter, en door hem en K.M.C. Zijlstra-van Middelkoop als griffier ondertekend. Uitgesproken in het openbaar op
Afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
De voorzitter van de rechtbank te 's-Gravenhage beveelt de tenuitvoerlegging van de in deze uitspraak toegekende schadevergoeding ten bedrage van € 1.120,--.
Aldus gedaan op 7 oktober 2010 door mr. J.F.M.J. Bouwman, fungerend voorzitter.