ECLI:NL:RBSGR:2010:BN8413

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
14 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10/4891 AW
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen aanstelling gerechtsauditeur

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 14 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, wonende te [plaats], en de minister van Justitie, verweerder. Eiser had verzocht om aangesteld te worden als gerechtsauditeur bij de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank oordeelde dat eiser niet werkzaam is binnen het gezagsbereik van verweerder, waardoor op basis van artikel 8:4, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen beroep kon worden ingesteld tegen het besluit van verweerder. Eiser had eerder al verzoeken gedaan om aangesteld te worden, maar deze waren steeds afgewezen. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat er geen rechtsgrond was voor het indienen van een beroep tegen de aanstelling. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken waarin soortgelijke zaken zijn behandeld en waarin is geoordeeld dat er geen bezwaar kon worden gemaakt tegen het primaire besluit van de minister. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.M.F. Holtrop en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier A.J. Faasse-van Rossum.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Afdeling 3, enkelvoudige kamer
Reg.nr.: AWB 10/4891 AW
UITSPRAAK ingevolge artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in het geding tussen
[Eiser], wonende te [plaats],
en
de minister van Justitie, verweerder.
I PROCESVERLOOP
1Bij brief van 24 april 2010 met als onderwerp: 'kan ik op termijn worden aangesteld als gerechtsauditeur bij de Centrale Raad van Beroep?' heeft eiser verweerder verzocht om met hem een gesprek aan te gaan, waarin de wensen van eiser over voornoemd onderwerp en de (on)mogelijkheden van verweerder wederzijds kunnen worden toegelicht.
2 Bij brief van 28 juni 2010 heeft eiser verweerder verzocht om te reageren op zijn verzoek van 24 april 2010.
3 Eiser heeft bij brief van 12 juli 2010 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing van verweerder op zijn verzoek van 24 april 2010.
4 Verweerder heeft op 29 juli 2010 de stukken en een verweerschrift ingediend.
5 Eiser heeft bij brief van 2 augustus 2010 een reactie gegeven op het verweerschrift.
II OVERWEGINGEN
1.1Ingevolge artikel 8:54, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank, totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, het onderzoek sluiten indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat zij kennelijk onbevoegd is dan wel het beroep kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
De rechtbank ziet aanleiding om met toepassing van artikel 8:54 van de Awb uitspraak te doen.
1.2 Ingevolge artikel 8:4, aanhef en onder d, van de Awb kan geen beroep worden ingesteld tegen een besluit tot benoeming of aanstelling, tenzij dat beroep wordt ingesteld door een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig.
2 De rechtbank overweegt dat uit de strekking van de brief van eiser van 24 april 2010 niet alleen volgt dat eiser een gesprek wenst met verweerder, maar dat dit ook moet worden opgevat als een verzoek om (op termijn) te worden aangesteld als gerechtsauditeur.
3 De rechtbank overweegt dat eiser eerder verzoeken heeft gedaan om te worden aangesteld als gerechtsauditeur bij de Raad. Zoals eerder en meerdere malen in zaken van eiser is geoordeeld, is eiser niet werkzaam binnen het gezagsbereik van verweerder. Derhalve kan, gelet op artikel 8:4, aanhef en onder d, van de Awb, geen beroep worden ingesteld tegen een besluit, zoals door eiser destijds en thans is verzocht. De rechtbank verwijst naar de uitspraken van de rechtbank van 15 december 2009 (AWB 09/774 AW, waartegen geen rechtsmiddel is aangewend), 22 november 2007 (AWB 07/6304 AW, welke is bevestigd bij uitspraak van de Raad van 6 oktober 2008, LJN: BF8137) en 27 september 2007 (AWB 07/2163 AW, welke is bevestigd bij uitspraak van de Raad van 6 oktober 2008, LJN: BF8157).
In eerdergenoemde uitspraak van de Raad van 6 oktober 2008, LJN: BF8137, is overwogen dat derhalve, gelet op artikel 7:1, eerste lid, van de Awb, geen bezwaar worden gemaakt tegen het desbetreffende primaire besluit en dat de rechtbank mitsdien terecht heeft geconcludeerd dat het betreffende bezwaar van eiser niet-ontvankelijk is.
In het voetspoor van voornoemde jurisprudentie is de rechtbank van oordeel dat evenmin bezwaar kan worden gemaakt tegen het door eiser gestelde niet tijdig beslissen op zijn verzoek om te worden aangesteld als gerechtsauditeur bij de Raad.
4 Gelet op het vorenstaande dient het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard.
5 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III BESLISSING
De rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. M.M.F. Holtrop en in het openbaar uitgesproken op
14 september 2010, in tegenwoordigheid van de griffier A.J. Faasse-van Rossum.
RECHTSMIDDEL
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij aan de rechtbank verzoeken omtrent het verzet te worden gehoord.