ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3580
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslagen loonbelasting en premie volksverzekeringen wegens niet-verhaal op werknemers
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 juni 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst. De eiseres, [X] B.V., beschikte voor een groot aantal medewerkers niet over een kopie van een geldig identiteitsbewijs, wat leidde tot naheffingsaanslagen loonbelasting voor de jaren 2000 tot en met 2003. De inspecteur legde deze naheffingsaanslagen op, evenals een naheffingsaanslag wegens het niet verhalen van de nageheven loonbelasting op de werknemers. De rechtbank moest beoordelen of de inspecteur terecht had gehandeld en of het juiste tarief was gehanteerd.
De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat het verhaal van de nageheven loonbelasting feitelijk mogelijk was. Eiseres had niet voldaan aan de verplichtingen uit de Wet op de loonbelasting, waardoor zij zichzelf in deze positie had gebracht. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die het voordeel van het niet verhalen van de nageheven loonbelasting buiten aanmerking konden laten. Wat betreft het tarief oordeelde de rechtbank dat het tarief van 52 procent van toepassing was, ongeacht of het ging om heffing van loonbelasting of gecombineerde heffing van loonbelasting en premie volksverzekeringen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond. De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de rechtbank de relevante feiten en argumenten van beide partijen heeft gewogen. De uitspraak biedt inzicht in de verplichtingen van werkgevers met betrekking tot identificatie van werknemers en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.