ECLI:NL:RBSGR:2010:BN1262
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis op basis van de Wet Bopz
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 juni 2010 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gebaseerd op de artikelen 15, 16, 17 en 51 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De betrokkene, die verblijft in het psychiatrisch ziekenhuis Parnassia, locatie Albardastraat, wenste vrijwillig in het ziekenhuis te blijven en verzette zich tegen een door de artsen voorgestelde overplaatsing naar een andere woonvorm. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van het ontbreken van de nodige bereidheid tot verblijf, aangezien de betrokkene niet weigerde om in het ziekenhuis te blijven en er geen noodzaak was voor gedwongen overplaatsing. De rechtbank concludeerde dat de verzochte machtiging niet verleend kon worden, omdat de betrokkene blijk gaf van de nodige bereidheid tot verblijf. De beslissing werd genomen na beoordeling van de ingediende stukken, waaronder verklaringen van de behandelend artsen en de reactie van de officier van justitie. De rechtbank weigerde de verzochte machtiging en stelde dat de stoornis van de geestvermogens van de betrokkene niet zodanig was dat deze gevaar zou veroorzaken, en dat het gevaar niet door tussenkomst van derden kon worden afgewend.