ECLI:NL:RBSGR:2010:BM2386
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring beroep inzake voortduren van bewaring van vreemdeling
Op 25 maart 2010 heeft eiser een beroepschrift ingediend tegen het voortduren van zijn bewaring, nadat de rechtbank eerder zijn beroep ongegrond had verklaard. De rechtbank heeft op 9 april 2010 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder, de Staatssecretaris van Justitie. De rechtbank oordeelt dat er voldoende zicht op uitzetting bestaat, ondanks de argumenten van eiser dat er geen redelijke termijn voor uitzetting is en dat verweerder niet adequaat handelt. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van het EHRM in de Mikolenko-zaak en concludeert dat de verweerder met 'due diligence' aan de uitzetting werkt. De rechtbank stelt vast dat de belangenafweging in het voordeel van de verweerder uitvalt, omdat eiser ongewenst is verklaard en criminele antecedenten heeft. De rechtbank komt tot de conclusie dat de voortzetting van de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.