ECLI:NL:RBSGR:2010:BL0017
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenen
- M.J.P. Kambeel
- Rechtspraak.nl
Toetsing van ononderbroken verblijf in Nederland en de toepassing van de Regeling afwikkeling nalatenschap Vreemdelingenwet
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 januari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Nigeriaanse eiseres en de Staatssecretaris van Justitie, vertegenwoordigd door de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 8 juni 2009, waarin haar geen aanbod werd gedaan voor een verblijfsvergunning op grond van de Regeling afwikkeling nalatenschap Vreemdelingenwet (oud). De rechtbank heeft de vraag beoordeeld of de eiseres terecht een onderbroken verblijf na 13 december 2006 is tegengeworpen door de verweerder. De rechtbank oordeelde dat de toetsing van het ononderbroken verblijf in Nederland beperkt dient te zijn tot de periode tussen 1 april 2001 en 13 december 2006, zoals vastgelegd in de Regeling. De rechtbank concludeerde dat de verweerder de referteperiode niet correct had toegepast, wat leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en verplichtte de verweerder om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de eiseres, vastgesteld op € 644,--, en het griffierecht van € 150,--. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid in het proces van verblijfsvergunningverlening.