ECLI:NL:RBSGR:2009:BK9834
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. van Velzen
- C.J. van der Wilt
- A.M.J. Adriaansen
- M.L. Bosman-Schouten
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake voorgenomen uitzetting naar Bagdad
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 8 december 2009 uitspraak gedaan over de voorgenomen uitzetting van eiser naar Bagdad, Irak. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie om hem uit te zetten, welke uitzetting gepland stond voor 11 februari 2009. De rechtbank oordeelde dat eiser geen belang had bij een oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit, aangezien de uitzetting niet had plaatsgevonden en er geen schade was geleden door het voornemen van de verweerder. De rechtbank benadrukte dat als de verweerder opnieuw zou willen uitzetten, hij eiser tijdig op de hoogte moest stellen, zodat eiser de mogelijkheid had om rechtsmiddelen aan te wenden.
De rechtbank stelde vast dat een uitspraak over de toekomstige uitzetting van eiser naar Bagdad geen oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit inhoudt, maar eerder een verklaring voor recht zou zijn. De rechtbank concludeerde dat de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000 geen basis bieden voor het geven van een dergelijke verklaring. Bovendien was het onduidelijk of en wanneer de verweerder opnieuw zou proberen eiser uit te zetten, wat de rechtbank ertoe bracht te concluderen dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.