ECLI:NL:RBSGR:2009:BI1407
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting Gemeente Leiden en de toepassing van tarieven op vergunninghoudersplaatsen
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag parkeerbelasting die is opgelegd aan eiser, die zijn auto op een vergunninghoudersplaats in de gemeente Leiden had geparkeerd. Op 26 juni 2008 parkeerde eiser zijn voertuig met kenteken [kenteken] op de Kaasmarkt, een locatie waar alleen met een vergunning of een dag-, week-, maand- of jaarkaart geparkeerd mag worden. Tijdens een controle werd vastgesteld dat er een betaalbewijs voor parkeerbelasting van € 6 in het voertuig aanwezig was. De gemeente legde daarop een naheffingsaanslag op van € 53, bestaande uit € 4 aan belasting en € 49 aan kosten.
Eiser betwist de naheffingsaanslag en stelt dat de tekst op de parkeerzuil hem de keuze gaf uit meerdere tarieven, waarbij hij voor het tarief van € 2 per uur heeft gekozen. Hij is van mening dat uit de tekst niet blijkt dat voor vergunninghoudersplaatsen een ander tarief geldt. De gemeente daarentegen stelt dat de parkeerplaats een vergunninghoudersplaats is en dat eiser niet de juiste vergunning of kaart had, waardoor de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
De rechtbank oordeelt dat, hoewel de tekst op de parkeerzuil mogelijk verwarrend kan zijn, een zorgvuldige lezing van de gehele tekst duidelijk maakt dat voor vergunninghoudersplaatsen een ander tarief geldt. De rechtbank concludeert dat eiser niet de keuze had uit alle tarieven op de parkeerzuil en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan op 5 maart 2009 door mr. R.C.H.M. Lips, in aanwezigheid van griffier M.E.M. Altena. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.