ECLI:NL:RBSGR:2008:BI9973

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
17 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
323967 / FA RK 08-9007
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis

Op 14 november 2008 verzocht de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage om een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van de burgemeester van 's-Gravenhage, die op 13 november 2008 de inbewaringstelling had gelast. De rechtbank hoorde op 17 november 2008 de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. Huineman-Lindt, en een psychiater. De rechtbank overwoog dat de machtiging alleen verleend kan worden als de betrokkene gevaar veroorzaakt en er een ernstige vermoeden bestaat van een geestelijke stoornis die dit gevaar doet ontstaan. De rechtbank concludeerde dat het gevaar zo onmiddellijk dreigend was dat een voorlopige machtiging niet kon worden afgewacht en dat het gevaar niet door tussenkomst van externe personen of instellingen kon worden afgewend.

De rechtbank stelde vast dat de betrokkene door zijn ziekte een gevaar opleverde voor zichzelf en anderen. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de inbewaringstelling niet onverwijld was, omdat de geneeskundige verklaring pas om 15.45 uur op 13 november 2008 was afgegeven. De rechtbank oordeelde echter dat de tijd tussen de opname en het onderzoek door de psychiater binnen een redelijke termijn viel, en dat de eis van 'objective medical expertise' was voldaan. De rechtbank verwierp het verweer van de advocaat en verleende de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad was.

Deze beschikking werd gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, in het bijzijn van griffier M. Rotgans, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 17 november 2008.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht Enkelvoudige kamer
Kenmerk: P 1007608
Zaak / rekestnummer: 323967 / FA RK 08-9007
Machtiging tot voortzetting inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis
gezien het op 14 november 2008 ingekomen verzoek van de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage d.d. 14 november 2008, tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis van:
[betrokkene],
geboren op [datum] 1978,
wonende te [plaats], doch verblijvende in het psychiatrisch ziekenhuis [naam], [te plaats];
gezien de bij het verzoek overgelegde stukken, waaronder afschriften van de beschikking van de burgemeester van de gemeente 's- Gravenhage waarbij op 13 november 2008 de inbewaringstelling van de betrokkene is gelast, en van de geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
gehoord op 17 november 2008 de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. Huineman-Lindt, alsmede de psychiater, [A];
overwegende dat de verzochte machtiging slechts mag worden verleend wanneer de betrokkene gevaar veroorzaakt, het ernstige vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens de betrokkene het gevaar doet veroorzaken, het gevaar zo onmiddellijk dreigend is dat een voorlopige machtiging tot het doen opnemen en doen verblijven of tot het doen voortduren van het verblijf van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis niet kan worden afgewacht, en het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend;
overwegende dat uit de inhoud van overgelegde stukken en verklaringen van de gehoorde personen is gebleken dat het hiervoren bedoelde gevaar zich voordoet;
overwegende dat de betrokkene immers door zijn ziekte een gevaar oplevert voor zichzelf, een of meer anderen en voor de algemene veiligheid van personen of goederen;
overwegende dat onvoldoende is gebleken dat het gevaar door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend;
overwegende dat de advocaat van betrokkene ter zitting een uitdrukkelijk beroep heeft gedaan op de conclusie van de advocaat-generaal Langemeijer bij liet arrest van de Hoge Raad van 26 september 2008 stellende, dat de inbewaringstelling van betrokkene op 13 november 2008 heeft plaatsgevonden op basis van een geneeskundige verklaring die om 15.45 uur die dag is afgegeven door de AGNIO drs [B] en mitsdien niet gesproken kan worden van een onverwijld onderzoek dooreen psychiater;
overwegende dat de rechtbank zich in het bijzijn van de advocaat van betrokkene ervan heeft vergewist dat betrokkene op
13 november 2008 aan het einde van de dag is opgenomen en vervolgens de volgende dag, te weten op 14 november 2008 om 11.00 uur, is gezien door psychiater [C]; dat deze op basis van zijn onderzoek tot het oordeel kwam dat betrokkene gevaar opleverde als gevolg van een geestelijke stoornis als voor een inbewaringstelling vereist; dat hij daarenboven plaatsing van betrokkene in de separeerruimte noodzakelijk achtte vanwege het dreigende gedrag van betrokkene; dat ter zitting is gebleken dat betrokkene eveneens op 14 november 2008 om 16.00 's middags is gezien door psychiater [A]; dat de rechtbank zich er van heeft vergewist dat beide psychiaters op het moment van onderzoek geen behandelrelatie hadden met betrokkene; dat gelet hierop naar het oordeel van de rechtbank is voldaan aan de eis van "objective medical expertise" zoals door de Hoge Raad in het arrest van 26 september 2008 (LJN: BD 4375) bepaald; dat voorts uit de conclusie van de advocaat-generaal Langemeijer bij dat arrest, waar hij bespreekt dat een inbewaringgestelde alsnog door een psychiater moet worden onderzocht "immediately after the arrest", slechts valt af te leiden dat wel duidelijk is dat deze maatstaf veeleer in uren dan in dagen moet worden uitgedrukt, doch dat de vraag binnen welk aantal uren nu precies de inbewaringgestelde na aanvang van de vrijheidsbenerning door een psychiater moet zijn onderzocht, onbeantwoord blijft bij gebrek aan informatie over de vraag wat nu voor het gehele land een realistisch uitgangspunt is; dat mede in aanmerking genomen dat de tijd tussen 18.00 uur en 06.00 uur de volgende morgen niet meetelt, het tijdstip waarop betrokkene in het onderhavige geval voor de eerste maal door een onafhankelijk psychiater is onderzocht, naar oordeel van de rechtbank geacht kan worden te passen binnen de bandbreedte van een realistische termijn; dat mitsdien het verweer van de advocaat van betrokkene in beide onderdelen wordt verworpen;
gelet op de artikelen 20, 27 en 29 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
VERLEENT machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis van:
[betrokkene], geboren op [datum] 1978;
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, in het bijzijn van
M. Rotgans als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 november 2008.