Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - de rechter-commissaris
In het faillissement van:
Stichting [A.],
ten tijde van de faillietverklaring
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder [nummer],
statutair gevestigd te Rotterdam,
[vestigingsadres]
heeft de waarnemend rechter-commissaris, mr. D. de Loor, kennis genomen van het verzoek van de curator mr. B.J. Tideman, advocaat te 's-Gravenhage, om hem machtiging te verlenen tot binnentreden van het adres X-straat nr.Y te Curaçao (Nederlandse Antillen).
Op voornoemd adres zijn gevestigd de kantoren van de stichting Particulier Fonds T. en S. N.V.. Vermoed wordt dat op deze kantoren administratie van gefailleerde, althans administratie betrekking hebbend op gefailleeerde, aanwezig is. SPF T. en S. NV zijn de beoogde trusts waarin het door de investeerders van New World Companies (waaronder gefailleerde) bijeengebrachte vermogen werd dan wel zou worden ondergebracht. Deze trusts zouden worden ondergebracht in gefailleerde. Derhalve wordt ernstig vermoed dat gefailleerde rechthebbende (benificial owner) is van SPF T. en S. NV. Voor de vervulling van zijn taak als curator is redelijkerwijs nodig dat de curator de stukken die hierop betrekking hebben in zijn bezit krijgt.
Ingevolge artikel 93a van de Faillissementswet heeft de curator toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. De rechter-commissaris is bevoegd tot het geven van een machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden.
In artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden is bepaald dat voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner een schriftelijke machtiging is vereist, tenzij en voor zover bij wet aan rechters, rechterlijke colleges, leden van het openbaar ministerie, burgemeesters, gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwaarders de bevoegdheid is toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. De machtiging wordt zo mogelijk getoond.
Ingevolge artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (hierna: het Statuut) verlenen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba elkander hulp en bijstand.
Ingevolge artikel 40 van het Statuut kunnen vonnissen, door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba gewezen, en bevelen, door hem uitgevaardigd, mitsgaders grossen van authentieke akten, aldaar verleden, in het gehele Koninkrijk ten uitvoer worden gelegd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het land, waar de tenuitvoerlegging plaatsvindt.
Blijkens het arrest van de Hoge Raad van 14 januari 1994 (NJ 1994, 403) geldt artikel 40 van het Statuut ook voor door de rechter afgegeven beschikkingen.
In zijn arrest van 13 april 2007 (R05/139HR, gepubliceerd op www.Rechtspraak.nl, LJN: AZ6095) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de verschillende delen van het Koninkrijk bevoegd blijven onderdelen van het recht in verschillende zin in hun wetgeving te regelen, maar dat het verband van het Koninkrijk, zoals dat in het Statuut vorm heeft gekregen, óók meebrengt dat alle delen van het Koninkrijk de gevolgen van die verscheidenheid dienen te aanvaarden, hetgeen betekent dat zij binnen hun eigen rechtsorde de rechtskracht en daarmee de rechtsgevolgen van elkaars rechterlijke uitspraken en authentieke akten moeten aanvaarden, ook indien die rechtsgevolgen niet aansluiten bij de plaatselijke opvattingen. Op dit punt laat het Statuut met artikel 40 geen ruimte.
Op grond van het vorenstaande geldt het Nederlandse vonnis tot faillietverklaring binnen het gehele Koninkrijk en kan een door de Nederlandse rechter afgegeven machtiging tot binnentreden in het gehele Koninkrijk ten uitvoer worden gelegd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het land waar de tenuitvoerlegging plaatsvindt.
Hierbij wordt thans dan ook toestemming verleend aan de curator, mr. B.J. Tideman, om, zonder toestemming van de eigenaar(s) / bewoner(s) / (mede-)huurder(s) binnen te treden in het pand X-straat nr.Y te Curaçao (Nederlandse Antillen) - en toe te treden tot het terrein daaromheen - en alle overige ruimten waarin de in beslag te nemen zaken van gefailleerde en/of gefailleerde betreffende zich bevinden of worden verondersteld zich te bevinden.
De waarnemend rechter-commissaris bepaalt:
- dat bij afwezigheid van de eigenaar(s) / bewoner(s) / (mede-)huurder(s) toegang zal worden verkregen tot genoemde terreinen en tevens in de genoemde ruimte(n) kan worden binnengetreden ter inbeslagneming van zaken van gefailleerde en/of gefailleerde betreffende,
- voorts dat degene die bevoegd is zonder toestemming van de eigenaar(s) / bewoner(s) / (mede-)huurder(s) toegang te verkrijgen tot genoemde terreinen en in de genoemde ruimte(n) gemachtigd is binnen te treden, zich door anderen kan doen vergezellen.
Deze machtiging blijft ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Algemene Wet op het binnentreden ten hoogste van kracht tot en met de derde dag na die waarop zij is gegeven, derhalve tot en met 11 november 2008.
Aldus afgegeven te 's-Gravenhage op 8 november 2008 .
De waarnemend rechter-commissaris,
mr D. de Loor
machtiging tot binnentreding
insolventienummer: 06/416 F
uitspraakdatum : 8 november 2008