ECLI:NL:RBSGR:2008:BG7069

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/1489 IB/PVV
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kosten van chelaattherapie niet aftrekbaar als buitengewone uitgaven

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 8 oktober 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, vertegenwoordigd door [te P]. Eiser had in zijn aangifte voor het jaar 2005 een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.813 aangegeven, waarbij hij € 9.868 als buitengewone uitgaven had opgevoerd. De inspecteur weigerde echter de kosten van chelaattherapie, die eiser voor zijn echtgenote had gemaakt, als aftrekbare uitgaven te erkennen. Eiser stelde dat deze therapie, die hij had gekozen omdat reguliere geneeskunde geen oplossing bood voor de aandoening van zijn echtgenote, onder begeleiding van een arts had plaatsgevonden en daarom aftrekbaar zou moeten zijn.

De rechtbank oordeelde dat de kosten van chelaattherapie niet als buitengewone uitgaven konden worden aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat de therapie niet op voorschrift van een behandelend arts was gevolgd en dat er geen medische noodzaak was aangetoond. De rechtbank wees erop dat de chelaattherapie in de medische wereld als omstreden wordt beschouwd en dat de kosten alleen aftrekbaar zijn als ze zijn gemaakt voor behandelingen die op medisch voorschrift plaatsvinden. Eiser had niet kunnen aantonen dat de therapie onder begeleiding van een erkende geneeskundige had plaatsgevonden, en de rechtbank concludeerde dat de inspecteur terecht had geoordeeld dat de kosten niet aftrekbaar waren.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. R.C.H.M. Lips, in aanwezigheid van griffier mr. P.C. Stroebel. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Enkelvoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 08/1489 IB/PVV
Uitspraakdatum: 8 oktober 2008
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[X], wonende te [Z], eiser,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[ te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 20 februari 2008 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser voor het jaar 2005 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volks- verzekeringen (aanslagnummer [nummer]).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2008.
Eiser is daar in persoon verschenen, vergezeld van zijn dochter [dochter].
Namens verweerder is verschenen [A].
1 Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2 Gronden
2.1. Voor het jaar 2005 heeft eiser een belastbaar inkomen uit werk en woning aangegeven van € 60.813. Tevens is € 9.868 als buitengewone uitgaven in aanmerking genomen. Bij het vaststellen van de aanslag heeft verweerder de kosten van de chelaattherapie (€ 3.825) niet aanvaard als buitengewone uitgaven wegens ziekte. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder dit standpunt gehandhaafd.
2.2. Ingevolge artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet IB 2001 worden als uitgaven wegens ziekte, invaliditeit en bevalling, voorzover hier van belang aangemerkt, de daarmee verband houdende uitgaven voor genees- en heelkundige hulp.
Eén van de voorwaarden waaraan uitgaven moeten voldoen, willen zij als uitgaven wegens ziekte in aftrek kunnen worden gebracht, is dat er voor de behandeling waarop de uitgaven betrekking hebben, een medische noodzaak bestaat. Een dergelijke medische noodzaak kan blijken uit het feit dat de behandeling op medisch voorschrift en/of onder begeleiding van een naar Nederlandse begrippen als genees- of heelkundige aan te merken hulpverlener plaatsvindt (Hoge Raad 29 juni 1977, nr. 18 449, BNB 1997/197 en Hoge Raad 4 januari 1978, nr. 18 643, BNB 1978/30).
2.3. Omdat de reguliere geneeskunde geen oplossing kon bieden voor de aandoening van eisers echtgenote, bestaande uit perifeer arterieel vaatlijden, heeft eiser op het internet gezocht naar een mogelijk alternatieve behandeling waarbij hij op de chelaattherapie stuitte. Vervolgens heeft eisers echtgenote de chelaattherapie ondergaan bij de Kliniek voor Preventieve Geneeskunde [...] De therapie had tot doel de doorbloeding van het vaatstelsel in de benen van eisers echtgenote te verbeteren; zij heeft volgens eiser veel baat gehad van de therapie. Het standpunt van eiser is dat de kosten van deze therapie in aftrek komen als uitgaven wegens ziekte aangezien het hoofd van voormelde kliniek de therapie aanraadde en zijn echtgenote door een arts werd begeleid.
2.4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de kosten voor de chelaattherapie niet aftrekbaar zijn als buitengewone uitgaven voor geneeskundige hulp, nu deze therapie die in de medische wereld als omstreden geldt, niet op voorschrift van de behandelend arts is gevolgd en evenmin vaststaat dat de therapie werd begeleid door een arts. Tevens neemt verweerder het standpunt in dat het moet gaan om therapeutische activiteiten die niet plegen te worden ondergaan door gezonde personen, hetgeen bij de chelaattherapie niet het geval is aangezien deze therapie preventief wordt ondergaan door gezonde personen.
2.5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de chelaattherapie, ondergaan door zijn echtgenote, heeft plaatsgevonden op voorschrift van de huisarts of specialist, bij wie eisers echtgenote onder behandeling was. Het feit dat eisers huisarts desgevraagd aangaf dat het eiser vrijstond deze therapie te proberen, kan niet als zodanig voorschrift gelden. Evenmin kan als een zodanig voorschrift gelden het feit dat het hoofd van de kliniek waar de therapie werd ondergaan, aanraadde de therapie te volgen, nu niet, althans onvoldoende, aannemelijk is gemaakt dat die therapie plaatsvond onder begeleiding van een naar Nederlands recht bevoegd geneeskundige, terwijl ook anderszins van enige erkenning van de chelaattherapie door de medische wetenschap niet is gebleken. Derhalve heeft verweerder terecht geoordeeld dat de kosten van de chelaattherapie niet als uitgaven wegens ziekte in aanmerking kunnen worden genomen.
Nu ook overigens niet is gebleken dat er voor de behandeling, waarvoor eiser aanspraak maakt op aftrek van buitengewone uitgaven, een medische noodzaak bestond, kunnen de kosten van de chelaattherapie niet als buitengewone uitgaven in aanmerking worden genomen. Aan dit oordeel doet niet af dat eisers echtgenote baat heeft gehad bij de behandeling.
2.6. Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond verklaard.
2.7. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan op 8 oktober 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. R.C.H.M. Lips, in tegenwoordigheid van mr. P.C. Stroebel, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.