ECLI:NL:RBSGR:2008:BG1219
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting naar Afghanistan
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 22 oktober 2008 uitspraak gedaan in het beroep van een Afghaanse vreemdeling tegen zijn vreemdelingenbewaring. Eiser, geboren in 1961, heeft betoogd dat er geen zicht op uitzetting naar Afghanistan bestaat. Hij verwees naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die de gang van zaken rond uitzetting naar Afghanistan met gebruikmaking van een EU-Staat en het Memorandum of Understanding (MoU) aan de orde stelden. De rechtbank overweegt dat de eiser een rustende vertrekplicht heeft, wat inhoudt dat hij actieve en volledige medewerking aan zijn uitzetting moet verlenen. Dit omvat het ondertekenen van een aanvraag voor een laissez-passer (lp) en het verklaren bereid te zijn om vrijwillig terug te keren naar Afghanistan. De autoriteiten hebben de afgifte van een lp geweigerd omdat eiser heeft aangegeven niet terug te willen keren naar Afghanistan, waardoor hij niet aan zijn vertrekplicht heeft voldaan. De rechtbank concludeert dat, indien eiser de vereiste medewerking had verleend, hij een lp zou hebben ontvangen en dat er dus zicht op uitzetting bestaat. De rechtbank laat in het midden wat betreft de door eiser gestelde kanttekeningen over de uitzetting naar Afghanistan met behulp van een EU-Staat. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.