ECLI:NL:RBSGR:2008:BC6955

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
18 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/830 WRO
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om opheffing schorsing bouwvergunning voor dagopvang dak- en thuislozen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 18 maart 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van een voorlopige voorziening die eerder was getroffen met betrekking tot een bouwvergunning voor een dagopvang voor dak- en thuislozen aan de Surinamestraat 1 te Delft. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente Delft met een van de bezwaarmakende bedrijven, Auto Hi-Fi Corner, een regeling heeft getroffen, waardoor de overlast die door de dagopvang zou kunnen ontstaan, voldoende kan worden beheerst. De voorzieningenrechter heeft daarbij de door de gemeente genomen beheersmaatregelen in overweging genomen, waaronder het opstellen van huis- en gedragsregels, het instellen van een meldpunt voor overlast en het uitvoeren van inspectierondes door de organisatie Perspektief.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel het niet uitgesloten is dat er overlast zal zijn voor de aangrenzende bedrijven en de Indische buurt, de gemeente zich heeft verplicht om samen te werken met diverse instanties om deze overlast te beperken. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat eerdere zorgen over de brandveiligheid niet zijn onderbouwd en dat het bouwplan voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit.

Gelet op de gewijzigde omstandigheden, waaronder de overeenstemming met Auto Hi-Fi Corner, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er aanleiding is om de voorlopige voorziening op te heffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om opheffing van de voorlopige voorziening toegewezen, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

Voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage
sector bestuursrecht
Reg. nr. AWB 08/830 WRO
UITSPRAAK
als bedoeld in artikel 8:87
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Uitspraak op het verzoek om opheffing voorlopige voorziening van
het college van burgemeester en wethouders van Delft, verzoeker,
ten aanzien van de bij uitspraak van 27 november 2007, verzonden op dezelfde datum, registratienummer AWB 07/8423 WRO, door de voorzieningenrechter van deze rechtbank getroffen voorlopige voorziening.
Derde-partijen:
Bruker AXS B.V.;
Internationaal Transportbedrijf [A] en Zonen B.V. en [A] Onroerend Goed B.V;
Stichting Bedrijventerrein Vrijenban en
Belangenvereniging Onze Indische Buurt, alle gevestigd te Delft.
Ontstaan en loop van het geding
Bij besluit van 15 mei 2006 heeft verzoeker bouwvergunning en vrijstelling op grond van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) verleend voor het veranderen van de bestaande bedrijfsruimte met bovenwoningen aan de Surinamestraat 1 te Delft in een voorziening voor dagopvang voor dak- en thuislozen.
Bij uitspraak van 27 juni 2006, in de zaak AWB 06/4681 WW44, heeft de voorzieningenrechter het door derde-partijen ten aanzien van dit besluit ingediende verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
Bij besluit van 21 maart 2007, verzonden op 3 april 2007, heeft verweerder, gedeeltelijk in afwijking van het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften, de door derde-partijen tegen voornoemd besluit van 15 mei 2006 gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 juli 2007 heeft deze rechtbank de door derde-partijen ingestelde beroepen gegrond verklaard, het besluit van 21 maart 2007 vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in die uitspraak is overwogen.
Bij brief van 9 november 2007 heeft Auto Hi-Fi Corner B.V. de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 27 november 2007, in de zaak AWB 07/8423 WRO, heeft de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening getroffen dat het besluit van 15 mei 2006 wordt geschorst en bepaald dat het pand Surinamestraat 1 niet voor de opvang van dak- en thuislozen in gebruik genomen mag worden totdat op het nog in te stellen beroep tegen de nieuwe beslissing op bezwaar door de rechtbank is beslist.
Bij besluit van 12 december 2007 heeft verzoeker, gedeeltelijk in afwijking van het advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften, de bezwaren wederom ongegrond verklaard, de in het besluit van 15 mei 2006 verleende vrijstelling geconverteerd naar een vrijstelling op grond van artikel 19, eerste lid, van de WRO en voor het overige het besluit van 15 mei 2006 met een wijziging van de motivering in stand gelaten.
Derde-partijen hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 12 december 2007.
Bij uitspraak van 21 december 2007, in de zaak AWB 07/9385 WRO, heeft de voorzieningenrechter het door verzoeker ingediende verzoek om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening afgewezen.
Bij brief van 1 februari 2008 heeft verzoeker de voorzieningenrechter opnieuw verzocht de getroffen voorlopige voorziening op te heffen.
Het verzoek om opheffing is op 11 maart 2008 ter zitting behandeld.
Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. [B], [C] en mr.drs. J. van der Hoest, bijgestaan door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam.
Namens Bruker AXS B.V. zijn verschenen [D] en [E], bijgestaan door mr. E.D. Drok, advocaat te Den Haag.
Namens Internationaal Transportbedrijf [A] en Zonen B.V. en [A] Onroerend Goed B.V. zijn verschenen [F], [G] en [H], eveneens bijgestaan door mr. E.D. Drok. Namens de Stichting Bedrijventerrein Vrijenban is verschenen mr. E.D. Drok.
Namens de Belangenvereniging Onze Indische Buurt zijn verschenen [I] en [J].
Motivering
Ingevolge artikel 8:87 van de Awb kan de voorzieningenrechter, ook ambtshalve, een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen.
Voor de inwilliging van een verzoek om opheffing van een voorlopige voorziening bestaat slechts aanleiding indien er sprake is van omstandigheden die ten tijde van het opleggen van de voorlopige voorziening niet bekend waren en ertoe zouden hebben geleid dat de gevraagde voorziening zou zijn afgewezen, dan wel van inmiddels gewijzigde omstandigheden waaraan overwegende betekenis moet worden toegekend boven het met het voortduren van de voorlopige voorziening te dienen belang.
De voorzieningenrechter heeft bij uitspraak van 27 november 2007 het besluit van 15 mei 2006 geschorst en bepaald dat het pand Surinamestraat 1 niet voor de dagopvang van dak- en thuislozen in gebruik mag worden genomen, omdat de door verzoeker genomen beheersmaatregelen niet in voldoende mate rekening hielden met de specifieke belangen van het naast het pand gelegen bedrijf Auto Hi-Fi Corner.
Verzoeker heeft thans gesteld dat met Auto Hi-Fi Corner overeenstemming is bereikt over een voor beide partijen aanvaardbare oplossing. Ten einde de ingebruikname van het pand Surinamestraat 1 op korte termijn mogelijk te maken en gezien het streven van verzoeker het gebruik van de huidige locatie van de dagopvang aan de Oostsingel zo spoedig mogelijk te beëindigen, heeft verzoeker verzocht de schorsing met onmiddellijke ingang op te heffen.
Blijkens de gedingstukken verzet Auto Hi-Fi Corner zich niet langer tegen de verzochte opheffing van de schorsing, omdat overeenstemming is bereikt met de gemeente. Dit betekent naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat sprake is van nieuwen feiten en omstandigheden, die een nieuw verzoek om opheffing rechtvaardigen.
De door verzoeker genomen beheersmaatregelen betreffen onder meer:
- vaststelling van een beheersplan en opstelling van huis- en gedragsregels voor het dienstencentrum;
- afkondiging van een drankverbod voor het gebied;
- opstelling van een convenant met de toezichthouders van de gemeenten Delft en Rijswijk en de politie;
- instelling van een meldpunt overlast;
- opdracht aan Perspektief om structureel in het gebouw zelf en de omgeving inspectierondes te maken.
Voor de twee laatstgenoemde activiteiten heeft de gemeente subsidie verleend aan Perspektief, waarbij als voorwaarde is opgenomen dat deze activiteiten ook adequaat zullen worden uitgevoerd. Daarnaast zijn ook fysieke maatregelen getroffen in de vorm van een extra voetpad en hekwerken in de richting van de Reineveltbrug, met het oog op de geleiding van de bezoekers van het opvangcentrum, alsmede de (ver)plaatsing van straatlantaarns om het toegangstraject beter te verlichten.
Uit de door verzoeker bij brief van 6 maart 2008 overgelegde stukken blijkt dat het Convenant Informatie uitwisseling van 1 december 2007, het beheerplan en de werkafspraken die gemaakt zijn tussen onder meer de politie, Perspektief, gemeentelijke toezichthouders en HTM in het kader van de uitvoering van het beheerplan van kracht blijven. Ter zitting is gebleken dat de verruiming van het toezicht voor en na de openingstijden van het dienstencentrum tot anderhalf uur, alsmede het permanent bemannen van het telefonische meldpunt voor overlastgevend gedrag van de cliënten van het dienstencentrum ook gehandhaafd blijven. Het beheerplan en de werkafspraken zullen hierop worden aangepast. De werkafspraken voorzien tevens, onder meer, in het houden van extra surveillancerondes door de politie. Alleen de voorgenomen afsluiting van de secundaire weg ter hoogte van het bedrijf Auto Hi-Fi Corner zal geen doorgang vinden.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 27 juni 2006 overwogen dat er op basis van de stukken geen grond is voor het oordeel dat het gebruik van het pand als de dagopvang er voorzienbaar toe leidt dat het bedrijven-terrein niet langer zijn functie kan behouden. Ten aanzien van het bedrijf van [A] Transport heeft de voorzieningenrechter overwogen dat niet aannemelijk is gemaakt dat de dagopvang voor personeel of klanten van [A] Transport een zodanige belemmering vormt, dat de bedrijfs-voering daardoor merkbaar nadelig zal worden beïnvloed. De woning en het terrein van [A] zijn zodanig gelegen dat niet direct zicht bestaat op de dagopvang terwijl het terrein met een hek fysiek kan worden afgeschermd van ongewenste bezoekers. Voorts heeft de voorzieningen-rechter in de uitspraak van 27 juni 2006 overwogen dat binnen het geheel van de geïnventariseerde mogelijkheden de keuze voor de locatie Surinamestraat alleszins redelijk en voldoende is onderbouwd. De voorzieningenrechter achtte, uitgaande van het door verzoeker genoemde aantal bezoekers van 50 tot 70 per dag van de dagopvang, met de door verzoeker voorgestelde maatregelen de veiligheid en de beperking van overlast in en rond het pand voldoende gewaarborgd. De verwachte aanlooproutes vanuit het centrum naar het pand gaven de voorzieningenrechter geen aanleiding te veronderstellen dat onveilige of overlastsituaties op de weg naar de dagopvang toe zullen ontstaan.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om thans tot een ander oordeel te komen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is met het door verzoeker genomen pakket aan beheersmaatregelen afdoende gewaarborgd dat overlast als gevolg van de dagopvang beperkt blijft.
Hierbij overweegt de voorzieningenrechter dat het niet uigesloten moet worden geacht dat de aangrenzende bedrijven en de aan het bedrijventerrein grenzende Indische buurt overlast zullen ondervinden van de klanten van het dienstencentrum, maar dat diverse instanties zich hebben verplicht zich in onderlinge samenwerking in te spannen om overlast zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast zal het beheerplatform evaluaties houden, die - indien hiertoe aanleiding bestaat - tot aanpassing van het beheerplan kunnen leiden.
Ten aanzien van de specifieke belangen van transportbedrijf [A] verwijst de voorzieningenrechter naar hetgeen de voorzieningenrechter in zijn uitspraak van 27 juni 2006 hierover heeft overwogen, zoals hiervoor weergegeven.
Ook met betrekking tot de belangen van het bedrijf van Bruker geldt dat niet aannemelijk is gemaakt dat de dagopvang voor personeel of klanten van Bruker een zodanige belemmering vormt, dat de bedrijfsvoering daardoor merkbaar nadelig zal worden beïnvloed. In verband met het ter zitting naar voren gebrachte argument van mogelijke insluiping overdag wordt overwogen dat dat probleem kan worden verminderd door de achteringang van het terrein gesloten te houden. Het gestelde verhoogde inbraakrisico kan door beveiligingsmaatregelen afdoende worden beperkt.
Hetgeen door gemachtigde van belanghebbenden is aangevoerd over de brandveiligheid acht de voorzieningenrechter in strijd met de goede procesorde, nu het in dat kader overgelegde rapport Tweede aanvulling op Quickscan dagopvang gemeente Delft van Adviesbureau [adviesbureau] buiten de in artikel 8:83, eerste lid, van de Awb gestelde termijn is ingediend, te weten op 10 maart 2008, en hierover in de door belanghebbenden ingestelde bodemprocedures in het geheel niets is aangevoerd. Voorts had het rapport in een eerder stadium van deze procedure kunnen worden overgelegd mede gezien het feit dat het verzoek om opheffing dateert van 1 februari 2008.
In de brief van de brandweer van 31 januari 2006 is vermeld dat het bouwplan onder voorwaarden voldoet aan de brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit. Ter zitting heeft gemachtigde van verzoeker gesteld dat conform de verleende bouwvergunning is gebouwd. Gelet hierop is naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende komen vast te staan dat het gebouw niet aan de geldende brandveiligheidseisen voldoet.
Aangezien de dagopvang op de huidige locatie tot 1 mei 2008 wordt gedoogd en mede gezien de reeds lange tijd durende overlast die klanten van het dienstencentrum aldaar veroorzaken in de buitenruimte, hetgeen verband houdt met het feit dat die locatie niet voldoet aan de eisen die aan de opvang van de doelgroep worden gesteld, is de ingebruikname van het pand Surinamestraat 1 voor de doelgroep momenteel urgent.
Gelet op het vorenstaande is sprake van gewijzigde omstandigheden waaraan overwegende betekenis moet worden toegekend boven het met het voortduren van de voorlopige voorziening te dienen belang.
Het verzoek om opheffing van de voorlopige voorziening wordt daarom toegewezen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
wijst het verzoek om opheffing van de voorlopige voorziening toe.
Aldus gegeven door mr. E. Dijt, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2008, in tegenwoordigheid van de griffier drs. A.C.P. Witsiers.