ECLI:NL:RBSGR:2008:BC6817
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschillen omtrent minderjarige in het kader van Brussel IIbis
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 13 maart 2008 een beschikking gegeven op een verzoekschrift dat op 5 februari 2008 was ingediend door de man, in het kader van de bevoegdheid ter zake van geschillen aangaande de minderjarige, geboren in 2002. Het verzoek was gericht op de aanvaarding van de bevoegdheid van de rechtbank in Nederland, in het belang van de minderjarige, die een bijzondere band met Nederland heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds haar geboorte in Nederland woont en dat beide ouders ook in Nederland verblijven. De vrouw heeft zich met het verzoek van de man verenigd, wat de rechtbank in haar beoordeling heeft meegenomen. De rechtbank heeft op basis van artikel 15 lid 5 van de Brussel IIbis-verordening geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om de bevoegdheid te aanvaarden. De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de verzoeken die in Italië aanhangig zijn gemaakt, zullen worden behandeld op een zitting op 14 mei 2008. Tevens is bepaald dat partijen hun processtukken, vertaald in het Nederlands, uiterlijk vier weken voor de zitting moeten overleggen. De beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, V. van den Hoed-Koreneef, en betreft een beslissing op verzoek ex artikel 15 lid 5 Brussel IIbis.