ECLI:NL:RBSGR:2007:BD1247
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verkorting looptijd schuldsaneringsregeling in het kader van minnelijke trajecten
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 4 oktober 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van een schuldsaneringsregeling. De schuldenaar, geboren in 1957, had op 11 januari 2006 een definitieve schuldsaneringsregeling toegewezen gekregen, waarbij mr. D. de Loor was benoemd tot rechter-commissaris. De schuldenaar diende op 12 juli 2007 een verzoek in om de looptijd van de schuldsaneringsregeling met ongeveer 10 maanden te verkorten, onder verwijzing naar het feit dat hij sinds 15 maart 2005 in een minnelijke regeling had gespaard. De bewindvoerder betwistte echter dat de schuldenaar in het minnelijke traject evenveel had gespaard als in de wettelijke regeling en stelde dat de schuldenaar niet in aanmerking kwam voor een korting op de looptijd.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 september 2007, waarbij de schuldenaar en zijn bewindvoerder aanwezig waren, werd vastgesteld dat de schuldenaar bij aanvang van de schuldsaneringsregeling € 3.403,05 had gespaard en daarnaast € 3.540,96 aan crediteuren had voldaan. De rechtbank overwoog dat de norm voor de looptijd van de schuldsaneringsregeling drie jaar is, zoals vastgelegd in de Faillissementswet. Afwijkingen van deze norm zijn mogelijk, maar de rechtbank oordeelde dat sparen in het minnelijke traject, behoudens bijzondere omstandigheden, geen reden is om van de standaard looptijd af te wijken.
De rechtbank concludeerde dat de inspanningen van de schuldenaar in het minnelijke traject niet gelijkgesteld kunnen worden aan die in de wettelijke schuldsanering. De rechtbank wees het verzoek van de schuldenaar af, met de overweging dat het sparen in het minnelijke traject niet kan leiden tot een verkorting van de looptijd van de schuldsaneringsregeling. De beslissing werd genomen door mr. M.P. de Valk en werd ter openbare terechtzitting uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.