ECLI:NL:RBSGR:2007:BB1932
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schuldeisersverzuim en de uitleg van algemene voorwaarden in een mobiele telefonie overeenkomst
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, stond de naamloze vennootschap Orange Nederland N.V. tegenover een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De zaak betreft een geschil over een mobiele telefonie abonnement dat de gedaagde op 5 juli 2005 met Orange had afgesloten. De gedaagde had een abonnement voor 24 maanden, maar na enkele dagen genereerde hij uitzonderlijk hoge belkosten. Orange blokkeerde de aansluiting van de gedaagde zonder vooraankondiging en eiste een waarborgsom van € 750,-- om de diensten weer te herstellen. De gedaagde betwistte de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Orange en stelde dat hij niet op de hoogte was van deze voorwaarden bij het aangaan van de overeenkomst.
De kantonrechter oordeelde dat de algemene voorwaarden van Orange van toepassing waren, ondanks de betwisting van de gedaagde. De rechter concludeerde dat Orange onrechtmatig had gehandeld door de aansluiting van de gedaagde te blokkeren, omdat de gesprekskosten in de eerste vier dagen niet zodanig hoog waren dat er een gerechtvaardigde vrees voor wanbetaling bestond. Hierdoor was Orange in verzuim geraakt, wat betekende dat de gedaagde niet in verzuim kon raken. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde gerechtigd was om de overeenkomst te ontbinden, omdat Orange niet bereid was om de diensten weer aan te bieden zonder betaling van de waarborgsom.
De kantonrechter wees de vordering van Orange tot betaling van de waarborgsom af en oordeelde dat de gedaagde recht had op bevrijding van zijn betalingsverplichting over de periode waarin hij geen gebruik kon maken van de diensten. De kantonrechter kende een bedrag van € 159,11 toe aan de gedaagde voor de gebruikskosten die niet waren betwist, en wees de vordering van Orange voor buitengerechtelijke incassokosten af. Orange werd veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij grotendeels in het ongelijk was gesteld.