ECLI:NL:RBSGR:2007:BB1332
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep niet ontvankelijk na gegrond verklaring eerste beroep tegen maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 juli 2007 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser, die in bewaring was gesteld op 16 juni 2007. Eiser, geboren in 1984 en van Nigeriaanse nationaliteit, verbleef in het Uitzetcentrum Schiphol. Het eerste beroep tegen de maatregel van bewaring was gegrond verklaard op 2 juli 2007, maar verweerder, de Staatssecretaris van Justitie, had hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Voorzitter van de AbRS had op 3 juli 2007 bepaald dat verweerder geen gevolg hoefde te geven aan de uitspraak van de rechtbank van 2 juli 2007 totdat er op het hoger beroep was beslist.
De rechtbank oordeelde dat volgens artikel 96, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) alleen een vervolgberoep kan worden ingediend als een eerste beroep tegen de oplegging van de maatregel van bewaring ongegrond is verklaard. Aangezien het eerste beroep in dit geval gegrond was verklaard, kon eiser niet worden ontvangen in zijn vervolgberoep. De rechtbank verklaarde het beroep dan ook niet-ontvankelijk.
De zitting vond plaats in Amsterdam, waar de gemachtigde van eiser, mr. C.E. Stassen-Buijs, aanwezig was, evenals eiser zelf en zijn kantoorgenoot mr. G.E. Jans. Verweerder werd vertegenwoordigd door mr. A.H.M. van Wijk, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De rechtbank heeft in haar beslissing de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000 betrokken.