ECLI:NL:RBSGR:2005:AT6400
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. van Wesenbeeck
- E. Dijt
- J.L.W. Aerts
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing van de historische buitenplaats Den Treek als beschermd monument en de ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de redengevende omschrijving
In deze zaak gaat het om de aanwijzing van de historische buitenplaats Den Treek te Leusden als beschermd monument. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 27 mei 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, die bezwaar maakten tegen de redengevende omschrijving van de aanwijzing, en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die als verweerder optrad. De aanwijzing van Den Treek als beschermd monument is gedaan bij besluit van 6 juni 2002, waarbij het hoofdgebouw, de historische tuin- en parkaanleg en elf andere onderdelen zijn aangewezen. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het opnemen van 18e-eeuwse schilderingen van Jacob de Wit in de redengevende omschrijving, maar dit bezwaar is door verweerder niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schilderingen, die door eisers zijn verwijderd zonder vergunning, onderdeel uitmaken van het hoofdgebouw en derhalve van het beschermd monument. De rechtbank oordeelt dat de redengevende omschrijvingen van de monumentale onderdelen samen de basis vormen voor de aanwijzing van Den Treek als monument. Het rechtsgevolg van deze aanwijzing is dat het complex als één object onder de bescherming van de Monumentenwet valt. De rechtbank benadrukt dat het verboden is om een beschermd monument te beschadigen of te vernielen zonder vergunning.
Eisers hebben niet aangetoond dat zij een vergunning hadden aangevraagd voordat zij de schilderingen verwijderden. De rechtbank concludeert dat eisers in hun beroep niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, omdat zij niet kunnen aantonen dat zij rechtmatig hebben gehandeld bij de verwijdering van de schilderingen. De rechtbank wijst het beroep af en stelt dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.