ECLI:NL:RBSGR:2004:AQ6398
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.F.J.A. van Daal
- H.A.G. Nijman
- M.A.J. van de Kar
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeluk met dodelijke afloop en schuldvraag van de bestuurder
Op 16 mei 2003 vond er een tragisch verkeersongeluk plaats op een kruispunt te Wassenaar, waarbij een fietser om het leven kwam. De verdachte, als bestuurder van een auto, werd verweten dat hij de kruising met een te hoge snelheid was genaderd, wat zou hebben geleid tot het dodelijke ongeval. De officier van justitie had primair ten laste gelegd dat de verdachte schuld had aan het ongeval, en subsidiair dat hij door zijn snelheid gevaar op de weg had veroorzaakt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de maximum snelheid ter plaatse 80 kilometer per uur was en dat de verdachte het kruispunt met ongeveer 70 kilometer per uur benaderde. Dit werd ondersteund door een technisch onderzoek van de politie.
De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte de kruising met een te hoge snelheid was genaderd. Bovendien was er geen sprake van een verkeerssituatie die vereiste dat de verdachte zijn snelheid verder had moest matigen. De verkeerslichten gaven groen licht, wat betekende dat de verdachte erop mocht vertrouwen dat er geen andere verkeersdeelnemers het kruispunt zouden oversteken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen verwijt te maken viel met betrekking tot zijn rijgedrag en dat het ongeval niet aan zijn schuld te wijten was. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten.
Dit vonnis werd uitgesproken op 4 augustus 2004 door de rechtbank 's-Gravenhage, sector strafrecht, in een meervoudige kamer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de schuld van de verdachte, en dat hij derhalve vrijgesproken diende te worden van de hem ten laste gelegde feiten.