ECLI:NL:RBSGR:2004:AO5343

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
10 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
09.753.502/03
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en bedreiging in tabakswinkel met schadevergoeding aan benadeelde partijen

Op 10 maart 2004 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met een andere persoon een tabakswinkel heeft overvallen. Tijdens deze overval werd de verkoopster met een scherp voorwerp bedreigd, wat leidde tot psychische schade bij het slachtoffer en een gevoel van onveiligheid in de maatschappij. De officier van justitie, mr. E.I. Schuijer, eiste een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die op het moment van de feiten 19 jaar oud was, een deels voorwaardelijke gevangenisstraf moest krijgen om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen, KPN Telecom BV. en de gemeente Leiden, toegewezen. KPN Telecom BV. kreeg een schadevergoeding van € 138,20 en de gemeente Leiden een bedrag van € 437,07. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aansprakelijk was voor de schade die door zijn daden was veroorzaakt. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen goederen gelast, waaronder een paar Prada schoenen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werd een geldboete van € 100,- opgelegd voor een andere overtreding, met vervangende hechtenis bij niet-betaling. De rechtbank verklaarde niet bewezen wat de verdachte verder was ten laste gelegd.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummers : 09.753.502/03
09.029.115/03 (gev.ttz.)
09.029.167/03 (gev.ttz.)
09.029.341/03 (gev.ttz.)
's-Gravenhage, 10 maart 2004.
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting
Noord Brabant Noord, locatie Grave / Oosterhoek te Grave.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 25 februari 2004.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. G.Th.J. Bos, is verschenen en gehoord.
Er hebben zich twee benadeelde partijen gevoegd.
De officier van justitie mr. E.I. Schuijer heeft gevorderd dat verdachte terzake van de hem bij dagvaarding met parketnummer 09.753.502/03 telastgelegde feit, de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.115/03 onder 1. en 2. telastgelegde feiten, het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.167/03 telastgelegde feit, alsmede de bij 09.029.341/03 onder 1. en 2. telastgelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
De officier van justitie heeft geen vordering uitgesproken terzake van de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder 3. telastgelegde overtreding.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat het blijkens de lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen -hierna te noemen beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht- onder verdachte inbeslaggenomen paar schoenen, merk Prada aan verdachte zullen worden teruggegeven.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij KPN Telecom BV., tot een bedrag van € 138,20 en tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij gemeente Leiden, tot een bedrag van € 607,07 alsmede dat aan verdachte de schadevergoedingsverplichting zal worden opgelegd.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaardingen, respectievelijk gemerkt A., A1., A2. en A3.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding met parketnummer 09.753.502/03 telastgelegde feit, de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.115/03 onder 1. en 2. telastgelegde feiten, het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.167/03 telastgelegde feit alsmede de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder1., 2. en 3. telastgelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, respectievelijk gemerkt B., B1., B2., en B3.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt met betrekking tot de op te leggen gevangenisstraf het volgende overwogen. Verdachte heeft samen met een andere persoon in een tabakswinkel geld weggenomen, waarbij voorafgaand aan die diefstal een verkoopster met een scherp voorwerp is bedreigd. Dergelijke feiten veroorzaken niet zelden blijvend psychische schade bij de slachtoffers en veroorzaken in het algemeen gevoelens van onveiligheid in de maatschappij.
Voorts heeft verdachte op de openbare weg twee vernielingen gepleegd en bij een andere gelegenheid gepoogd om samen met een ander twee kratten bier te stelen.
Tot slot heeft verdachte met een creditcard, welke hij blijkens zijn eigen verklaring op straat heeft gevonden en die niet op zijn naam stond, getracht om een telefoon aan te schaffen.
Bij zijn aanhouding heeft verdachte vervolgens een valse naam opgegeven aan de politie.
Verdachte heeft deze feiten in relatief korte tijd gepleegd.
Verdachte is blijkens een op zijn naam staand uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 20 november 2003 nog niet eerde voor soortgelijke feiten veroordeeld, doch daar staat tegenover dat hij nog maar 19 jaar oud is.
De reclassering (Leger des Heils) heeft in haar rapport d.d. 15 december 2003 aangegeven dat de kans op recidive aanwezig is, indien betrokkene niet in contact wordt gebracht met (professionele) hulpverlening.
Teneinde verdachte in de toekomst te weerhouden om opnieuw dergelijke feiten te plegen zal een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur aan hem worden opgelegd.
Voorts zal als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringscontact worden opgelegd.
Inbeslaggenomen goederen
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het blijkens de beslaglijst inbeslaggenomen paar zwarte schoenen, merk Prada.
De vorderingen van de benadeelde partijen.
KPN Telecom BV., gevestigd te Amersfoort, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 138,20.
Deze vordering is door de bij het Voegingsformulier gevoegde bescheiden gestaafd, terwijl die vordering, die eenvoudig van aard is, rechtstreeks -naar uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken- haar grondslag vindt in de bij dagvaarding 09.029.115/03 onder 1. aan verdachte telastgelegde en bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij ontvankelijk is in haar vordering en zal deze vordering toewijzen.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Gemeente Leiden, gevestigd te Leiden, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 607,07.
De rechtbank zal deze vordering, welke betrekking heeft op het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.115/03 onder 2. telastgelegde en bewezenverklaarde feit deels toewijzen tot een bedrag van € 437,07.
De benadeelde partij zal voor het overige deel niet-ontvankelijk worden verklaard nu de rechtbank van oordeel is dat het meer of overig gevorderde niet eenvoudig van aard is voor behandeling in het strafgeding.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel.
Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.115/03 onder 1. en 2. bewezenverklaarde strafbare feiten is toegebracht en verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de staat van een bedrag groot € 138,20 en € 437,07, respectievelijk ten behoeve van het slachtoffer genaamd KPN Telecom BV. en gemeente Leiden.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 23, 24, 24c, 36f, 45, 57, 62, 310, 311, 312, 321, 326, 350 en 435 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding met parketnummer 09.753.502/03 telastgelegde feit, de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.115/03 onder 1. en 2. telastgelegde feiten, het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.167/03 telastgelegde feit alsmede de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder1., 2. en 3. telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09.753.502/03 bewezenverklaarde feit :
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van de bij dagvaarding met parketnummer 09.029.115/03 onder 1. en 2. bewezenverklaarde feiten :
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.167/03 bewezenverklaarde feit :
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder 1. bewezenverklaarde feit :
verduistering;
ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder 2. bewezenverklaarde feit :
poging tot oplichting;
ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder 3. bewezenverklaarde feit :
door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam opgeven;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte terzake van de misdrijven zake tot:
gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 9 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaar vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting reclassering Nederland, ressort Den Haag, i.c. de stichting Welzijns- en Gezondheidszorg van het Leger des Heils te Leiden, zolang die instelling zulks nodig acht;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
ten aanzien van parketnummer 09.753.502/03:
in verzekering gesteld op : 18 november 2003,
in voorlopige hechtenis gesteld op : 21 november 2003;
ten aanzien van parketnummer 09.029.341/03:
in verzekering gesteld op : 10 september 2003,
in vrijheid gesteld op : 11 september 2003;
veroordeelt verdachte voorts ten aanzien van het bij dagvaarding met parketnummer 09.029.341/03 onder 3. telastgelegde overtreding tot: :
een geldboete van € 100,-,
bepaalt dat de geldboete bij gebreke van betaling en verhaal zal worden vervangen door hechtenis voor de tijd van 2 dagen;
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte beslaglijst
inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 2, te weten een paar zwarte schoenen, merk Prada;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan :
- KPN Telecom BV., gevestigd te Amersfoort, p/a antwoordnummer 7028 (3800 TA), een bedrag van € 138,20,
- gemeente Leiden, gevestigd te Leiden, p/a Postbus 9100 (2300 PC), een bedrag
van € 437,07,
met veroordeling tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot deze uitspraak begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de benadeelde partij gemeente Leiden voor het meer of overige gevorderde
niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat deze de vorderingen bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot
€ 138,20 en een bedrag groot € 437,07 ten behoeve van de slachtoffers, respectievelijk genaamd KPN Telecom BV. en gemeente Leiden;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt -onder handhaving van voormelde verplichting- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van respectievelijk 2 dagen en 8 dagen;
bepaalt dat voldoening van de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de staat doet vervallen, alsmede dat voldoening van de betalingsverplichtingen aan de staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen doet vervallen;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs A.H.Th. de Boer, voorzitter,
M.Y. Bonneur en H.A.G. Nijman, rechters,
in tegenwoordigheid van E. Wagter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 maart 2004.