ECLI:NL:RBSGR:2002:AF1116
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- J.S.W. Holtrop
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van een Bulgaarse zigeunerfamilie aan de Verenigde Staten en de gevolgen voor minderjarige kinderen
In deze zaak, gewezen door de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 november 2002, betreft het een kort geding waarin eiser, een Bulgaarse zigeuner, zich verzet tegen zijn uitlevering aan de Verenigde Staten. Eiser, die in Nederland verblijft, wordt in de VS verdacht van deelname aan een criminele organisatie en diefstal. De feiten hebben zich tussen 1996 en 1998 voorgedaan, waarna de familie in 1999 naar Nederland is gevlucht. Eiser heeft een vergunning tot verblijf aangevraagd op humanitaire gronden, maar zijn verzoek is eerder afgewezen door de rechtbank.
De VS hebben om uitlevering van eiser gevraagd, en de rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft dit verzoek toelaatbaar verklaard. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van eiser verworpen, waardoor de uitlevering mogelijk werd. Eiser vordert in deze procedure dat de Staat der Nederlanden wordt verboden hem uit te leveren, en stelt dat de uitlevering desastreuze gevolgen zal hebben voor zijn gezin, waaronder zijn vier minderjarige kinderen.
Eiser voert aan dat de vervolging in de VS disproportioneel is en dat er mensenrechtenschendingen plaatsvinden. Hij wijst op de mogelijkheid van onbeperkte vreemdelingendetentie na zijn gevangenisstraf in de VS, wat in strijd zou zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De voorzieningenrechter heeft besloten dat de Staat in de gelegenheid wordt gesteld om nadere inlichtingen te verschaffen over de uitlevering en de gevolgen daarvan. De beslissing over de uitlevering wordt aangehouden totdat deze informatie is verstrekt en beoordeeld.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat het instellen van hoger beroep tegen dit vonnis is toegelaten, en houdt verdere beslissingen aan totdat de gevraagde informatie is ontvangen en besproken.