ECLI:NL:RBSGR:2002:AE9727
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het mvv-vereiste in het vreemdelingenrecht met betrekking tot gezinsvorming en gezinshereniging
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 25 juli 2002 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de aanvraag van eiser, een Colombiaanse nationaliteit, om een vergunning tot verblijf in Nederland. Eiser had de aanvraag ingediend met het doel om bij zijn moeder en stiefvader te verblijven. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie buiten behandeling gesteld wegens het ontbreken van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiser stelde dat zijn aanvraag ten onrechte was afgewezen, omdat zijn moeder, als ongehuwde partner van een Italiaanse werknemer, recht zou hebben op toelating tot Nederland op basis van het gemeenschapsrecht, specifiek verwijzend naar de EG-Verordening 1612/68 en het Reed-arrest van het Hof van Justitie.
De rechtbank overwoog dat het gemeenschapsrecht inderdaad een gelijke behandeling voorschrijft voor onderdanen van lidstaten, maar dat de mvv-eis ook geldt voor partners van Nederlanders en hun kinderen. De rechtbank concludeerde dat de eisers, in dit geval de moeder en de zoon, niet als gemeenschapsonderdaan konden worden aangemerkt, waardoor zij niet vrijgesteld waren van de mvv-verplichting. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van eiser terecht buiten behandeling was gesteld en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de toepassing van het mvv-vereiste in het Nederlandse vreemdelingenrecht en de beperkingen die gelden voor ongehuwde partners van EU-onderdanen. De rechtbank weigerde ook om een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie te stellen, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de interpretatie van het begrip 'echtgenoot' zoals vastgesteld in het Reed-arrest. De rechtbank concludeerde dat de stellingen van eiser niet voldoende onderbouwd waren om aan te nemen dat er sprake was van een maatschappelijke ontwikkeling die een extensieve interpretatie van het begrip 'echtgenoot' zou rechtvaardigen.