ECLI:NL:RBSGR:2001:AD9299
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot mvv-vereiste voor arbeid als zelfstandige
In deze zaak heeft verzoekster, een Russische vrouw, een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning tot verblijf (v tv) voor arbeid als zelfstandige. De aanvraag werd echter buiten behandeling gesteld omdat verzoekster niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Verzoekster beroept zich op de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en de Russische Federatie, maar de president van de rechtbank oordeelt dat deze overeenkomst geen rechten verleent die verzoekster in haar situatie kan inroepen. De president stelt vast dat verzoekster niet kan aantonen dat zij een sleutelpositie in een Russische vennootschap vervult, wat een voorwaarde zou zijn om onder de reikwijdte van de overeenkomst te vallen. Bovendien valt het verlenen van diensten als prostituée niet onder de overeenkomst, waardoor verzoekster geen aanspraak kan maken op vrijstelling van het mvv-vereiste.
De president overweegt dat de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld, omdat verzoekster niet voldoet aan de voorwaarden van de Vreemdelingenwet. De president wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het bezwaar ongegrond. De uitspraak benadrukt dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing en dat verzoekster geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die haar beroep op de hardheidsclausule zouden onderbouwen. De president concludeert dat de beslissing van verweerder om de aanvraag buiten behandeling te stellen op goede gronden is genomen en dat er geen aanleiding is voor veroordeling van een partij in de kosten.