ECLI:NL:RBSGR:2001:AB1219
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van het AMA-beleid en leeftijdsonderzoek van een asielzoeker
In deze zaak heeft de president van de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 februari 2001 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Guinese asielzoeker, had een aanvraag ingediend voor toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf (vtv). De aanvraag was eerder door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen op grond van kennelijke ongegrondheid. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te voorkomen totdat op zijn bezwaar was beslist.
De president heeft in zijn overwegingen het leeftijdsonderzoek van verzoeker betrokken, waaruit bleek dat verzoeker ten tijde van het onderzoek ten minste 21 jaar oud was, maar er was twijfel of hij niet jonger was, mogelijk zelfs 19 jaar. Dit was van belang omdat, indien verzoeker ten tijde van zijn binnenkomst in Nederland minderjarig was, hij ten onrechte als meerderjarig was behandeld. De president oordeelde dat er een niet aanvaardbare kans bestond dat verzoeker ten tijde van het leeftijdsonderzoek niet 21 jaar, maar 19 jaar oud was, wat zou betekenen dat hij ten tijde van zijn asielaanvraag minderjarig was.
De president concludeerde dat de belangenafweging in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het voordeel van verzoeker diende uit te vallen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, wat inhield dat de Staatssecretaris van Justitie werd verboden verzoeker uit Nederland te verwijderen zolang er nog niet op het bezwaarschrift was beslist. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op f 1.420,--, en werd bepaald dat het griffierecht aan verzoeker diende te worden vergoed.