ECLI:NL:RBSGR:2001:AB0012
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.H.M. Bruin
- H.C. Greeuw
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Toepassing van vrijheidsbenemende maatregel in het Aanmeldcentrum Schiphol na afronding van de AC-procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 januari 2001, met zaaknummer AWB 00/74855, werd de rechtmatigheid van de vrijheidsbenemende maatregel ex artikel 7a Vreemdelingenwet (Vw) beoordeeld. De vreemdeling, afkomstig uit Sri Lanka, was op 11 december 2000 op de luchthaven Schiphol de toegang tot Nederland geweigerd en onderworpen aan een vrijheidsontnemende maatregel. De rechtbank onderzocht of de tenuitvoerlegging van deze maatregel in het Aanmeldcentrum Schiphol na afronding van de AC-procedure rechtmatig was. De rechtbank constateerde dat het Aanmeldcentrum niet voldeed aan de regimeregels van het Reglement regime grenslogies, wat leidde tot de conclusie dat de tenuitvoerlegging van de maatregel langer dan vier dagen na de AC-procedure onrechtmatig moest worden geacht, behoudens exceptionele omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat de capaciteitsproblemen die zich voordeden niet als exceptionele omstandigheden konden worden aangemerkt. De rechtbank gaf verweerder een korte termijn om zich op de gevolgen van deze uitspraak voor te bereiden, maar oordeelde dat de toepassing van de maatregel niet in strijd was met de Vreemdelingenwet. De rechtbank verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.