ECLI:NL:RBSGR:2000:AA9779
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Toelating als vluchteling en vergunning tot verblijf voor alleenstaande minderjarige asielzoeker uit Nigeria
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiseres, een Nigeriaanse alleenstaande minderjarige asielzoeker, voor toelating als vluchteling en voor een vergunning tot verblijf op grond van klemmende redenen van humanitaire aard. Eiseres verblijft sinds 27 mei 1996 in Nederland en heeft eerder aanvragen ingediend die zijn afgewezen. De rechtbank heeft de zaak versneld behandeld en op 12 september 2000 is het onderzoek ter zitting gehouden. Eiseres heeft tijdens het gehoor haar situatie uiteengezet, waarbij ze aangaf dat ze in Nigeria was ontvoerd en mishandeld. Verweerder heeft echter betoogd dat eiseres geen aanspraak kan maken op vluchtelingenstatus, omdat haar verklaringen inconsistent zijn en zij geen geloofwaardige informatie heeft verstrekt over haar achtergrond en verblijfplaats in Nigeria.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij behoort tot de Ogoni-bevolkingsgroep en dat zij niet in de negatieve belangstelling van de Nigeriaanse autoriteiten staat. De rechtbank oordeelt dat de algehele situatie in Nigeria niet automatisch leidt tot vluchtelingenstatus en dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar vrees voor vervolging te onderbouwen. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder op goede gronden heeft kunnen concluderen dat eiseres niet in aanmerking komt voor een vergunning tot verblijf onder het ama-beleid, omdat zij onjuiste informatie heeft verstrekt over haar geboorteplaats.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres geen vluchteling is. De uitspraak is gedaan op 26 september 2000 door mr. Y.A.A.G. de Vries, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R.A. Kok, griffier.