ECLI:NL:RBSGR:2000:AA6174
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H. Schotman
- W.J.A.M. van Brussel
- P. Bröcker
- Rechtspraak.nl
Weigering tewerkstellingsvergunning voor Pakistaanse werknemer in het Islamitisch basisonderwijs
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 maart 2000 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Islamitische Basisscholen A en de Algemene Directie voor de Arbeidsvoorziening (ADA) over de weigering van een tewerkstellingsvergunning voor de heer C, een Pakistaanse nationaliteit hebbende werknemer. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.M.A. van Hoof, had op 3 februari 1998 een aanvraag ingediend voor een tewerkstellingsvergunning in de functie van docent/onderzoeker/redacteur in het Islamitisch basisonderwijs. De aanvraag werd op 10 juli 1998 afgewezen, waarna eiseres bezwaar aantekende. De rechtbank moest beoordelen of de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift in rechte stand kon houden.
De rechtbank overwoog dat de weigering van de tewerkstellingsvergunning was gebaseerd op de artikelen 9 en 33a van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) en de Vreemdelingenwet (Vw). De ADA had gesteld dat eiseres niet voldoende inspanningen had geleverd om de arbeidsplaats door prioriteit genietend aanbod te vervullen en dat de heer C niet voldeed aan de leeftijdsgrenzen die in de uitvoeringsregels waren vastgesteld. Eiseres betwistte deze argumenten en voerde aan dat de heer C de enige geschikte kandidaat was voor de functie, gezien zijn specifieke kwalificaties en ervaring.
De rechtbank concludeerde dat de ADA in redelijkheid had kunnen oordelen dat de functie splitsbaar was en dat eiseres niet had aangetoond dat er geen andere kandidaten beschikbaar waren die aan de eisen voldeden. De rechtbank oordeelde dat de verschillende taken van de functie los van elkaar konden worden verricht en dat de heer C ook vanuit Pakistan lesmateriaal kon ontwikkelen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, omdat niet was gebleken van bijzondere omstandigheden die de weigering van de tewerkstellingsvergunning onterecht maakten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.