ECLI:NL:RBSGR:1999:AA1082
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.J. van Dooijeweert
- J.E. van den Steenhoven-Drion
- W.J. van Bennekom
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek in asielzaak van Iraanse echtelieden met betrekking tot de afwijzing van hun aanvragen om vluchtelingenstatus en vergunning tot verblijf
In deze zaak gaat het om de heropening van het onderzoek naar de aanvragen van A en B, Iraanse echtelieden, om vluchtelingenstatus en een vergunning tot verblijf in Nederland. De eisers hebben in 1994 en 1995 aanvragen ingediend, die door de Staatssecretaris van Justitie zijn afgewezen op grond van kennelijke ongegrondheid. De rechtbank heeft in eerdere beslissingen geoordeeld dat de Staatssecretaris niet voldoende had voldaan aan de zorgvuldigheidseisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met name artikel 3:2, dat vereist dat het bestuursorgaan zich vergewist van de feiten en omstandigheden die aan de beslissing ten grondslag liggen. De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en het beroep van eisers gegrond verklaard. De rechtbank heeft de Minister verzocht om inzage in de onderliggende stukken van het individuele ambtsbericht dat aan de afwijzing ten grondslag lag. De Minister heeft deze stukken ingezonden, maar met de mededeling dat alleen de rechtbank daarvan kennis mocht nemen, onder verwijzing naar artikel 8:29 Awb. De rechtbank heeft de belangen van de betrokken partijen afgewogen en geconcludeerd dat de beperking van de kennisneming van bepaalde stukken gerechtvaardigd is, maar dat de Minister ook moet motiveren waarom andere stukken geheim moeten blijven. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en de Minister verzocht om binnen drie weken te rapporteren hoe hij gevolg zal geven aan de wettelijke informatieplicht.