ECLI:NL:RBROT:2025:9704

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2025
Publicatiedatum
11 augustus 2025
Zaaknummer
10/063887-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernieling van ruiten van winkel en geparkeerde auto’s, belediging van een verbalisant

Op 2 maart 2023 heeft de verdachte in Vlaardingen een reeks strafbare feiten gepleegd. Hij heeft de ruiten van de winkel Sneakers vernield en kort daarna de ruiten van zeven geparkeerde auto’s. Toen verbalisanten ter plaatse kwamen, heeft de verdachte een van hen in het gezicht gespuugd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan deze feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn de vorderingen van benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk schade heeft toegebracht aan de eigendommen van anderen, wat niet alleen materiële schade, maar ook overlast heeft veroorzaakt. De verdachte heeft blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen en voor het openbaar gezag. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad, en heeft geoordeeld dat de opgelegde straf passend is. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn integraal toegewezen, met uitzondering van een vordering die onvoldoende onderbouwd was.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/063887-23
Datum uitspraak: 13 juni 2025
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1982,
niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen,
zonder vaste woon- of verblijfplaats.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 2 juni 2023, 22 augustus 2023 en 2 juni 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 2 juni 2023 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.L. van Prooijen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering (feit 1)
4.1.1.
Beoordeling
In de avond van 2 maart 2023 zijn de ruiten van meerdere geparkeerde auto’s - alle geparkeerd op de parkeerplaats aan de Kuipershof te Vlaardingen - vernield. Toen de verbalisanten naar aanleiding van een melding ter plaatse kwamen, werden zij aangesproken door [naam getuige] . Hij verklaarde dat hij op de Kuipershof een man had zien lopen, die in de Poolse taal sprak, en stenen op meerdere auto’s aan het gooien was. De verbalisanten zagen dat er acht voertuigen waren vernield en dat de auto’s schade hadden aan de voorruit. Op de voorruit van de auto met kenteken [kentekennummer 1] zagen zij een steen liggen. Door zeven personen is aangifte van vernieling gedaan. Op camerabeelden wordt de verdachte door een verbalisant herkend als de man die omstreeks 23:48 uur, met een steen in zijn handen, op de parkeerplaats aan de Kuipershof te Vlaardingen liep. De verdachte is omstreeks 23:50 uur aan het einde van de Kuipershof aangetroffen. Hij droeg toen dezelfde kleding als de man op de camerabeelden.
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het de verdachte is geweest die de auto’s heeft vernield.
4.2.
Bewijswaardering (feit 2)
4.2.1.
Beoordeling
Op 2 maart 2023 omstreeks 23:10 uur kwamen verbalisanten naar aanleiding van een melding ter plaatse op het [adres] te Vlaardingen. De melder sprak hen aan en verklaarde dat hij in de buurt van de winkel was en dat hij toen harde klappen hoorde. Toen hij het winkelcentrum binnenliep, zag hij dat twee ruiten van de winkel Sneakers waren vernield. De verbalisanten zagen voor de ruiten twee bakstenen liggen. Door de eigenaar van de winkel Sneakers is later aangifte van vernieling gedaan. Op camerabeelden wordt de verdachte herkend als de man die op 2 maart 2023 om 22:54 uur twee stenen tegen de ruiten van de winkel Sneakers gooit.
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het de verdachte is geweest die de ruiten heeft vernield.
4.3.
Bewijswaardering (feit 3)
4.3.1.
Beoordeling
De aangifte van verbalisant [naam verbalisant 1] dat hij op 2 maart 2023 omstreeks 23:50 uur in zijn gezicht is gespuugd door de verdachte wordt ondersteund door de verklaring van verbalisant [naam verbalisant 2] .
De rechtbank acht op basis van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de verbalisant [naam verbalisant 1] heeft beledigd door hem in zijn gezicht te spugen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op
één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van2 maart 2023
tot en met 3 maart 2023te Vlaardingen,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere voertuigen,
in elk geval enig
goed, dat/die
geheel of ten deleaan meerdere eigenaren
en/of
benadeelden, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt,te weten:
- een Kia
SCeed ( [kentekennummer 2] ) toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
- een Renault Kadjar ( [kentekennummer 3] ) toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
- een Ford Focus ( [kentekennummer 4] ) toebehorende aan [slachtoffer 3] ,
- een Ford Focus ( [kentekennummer 1] ) toebehorende aan
[slachtoffer 4] en/ofLeaseplan Nederland
B.N.V. ,
- een BMW 1 serie ( [kentekennummer 5] ) toebehorende aan [slachtoffer 5]
,en/of
- een Volkswagen Caddy ( [kentekennummer 6] ) toebehorende aan Gemeente Vlaardingen
en/of [slachtoffer 6], en
/of
- een BMW 7 serie ( [kentekennummer 7] ) toebehorende aan [slachtoffer 7] ;
2.
hij
in of omstreeks de periode vanop2 maart 2023
tot en met 3 maart 2023
te Vlaardingen,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere ruiten,
in elk geval enig goed,
dat/die
geheel of ten dele aan Sneakers (locatie: [naam locatie] ), in elk geval
aan een ander toebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar
gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij
in of omstreeks de periode vanop2 maart 2023
tot en met 3 maart 2023
te Vlaardingen,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [naam verbalisant 1] (werkzaam als hoofdagent
bij de Politie Eenheid Rotterdam), gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
door feitelijkheden,
heeft beledigd,
door die [naam verbalisant 1] in het gezicht te spugen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief
verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich in de avond van 2 maart 2023 schuldig gemaakt aan een reeks strafbare feiten. Hij heeft de ruiten van de winkel Sneakers vernield en kort daarna de ruiten van zeven geparkeerde auto’s. Tot slot heeft hij een verbalisant, die naar aanleiding van deze strafbare feiten ter plaatse kwam, in zijn gezicht gespuugd.
Dit zijn ergerlijke feiten die behalve materiële schade bij de gedupeerden ook veel overlast veroorzaken. De verdachte heeft met zijn handelen blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen. Bovendien kan het plegen van dergelijke feiten leiden tot maatschappelijke onrust in de buurt waar het plaatsvindt.
De verdachte heeft tevens laten zien geen respect te hebben voor het openbaar gezag en voor het publieke belang dat door politieambtenaren wordt gediend. Verbalisanten moeten ongehinderd hun werk kunnen doen. Daarnaast is het bespugen van een persoon buitengewoon smerig en (daarmee) ook zeer beledigend.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
6 mei 2025, waaruit blijkt dat de verdachte voor soortgelijke feiten niet eerder is veroordeeld. Verder is gebleken dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Daarbij heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Op grond van artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (HGEU) en artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dient de verdachte binnen een redelijke termijn te worden berecht. De redelijke termijn is in dit geval gestart op 3 maart 2023 omdat de verdachte toen in verzekering is gesteld. Tot aan dit vonnis is een periode van meer dan twee jaren en drie maanden verstreken. Omdat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden, is de redelijke termijn in deze zaak twee jaren. Dat betekent dat de redelijke termijn is overschreden. De overschrijding van de redelijke termijn is echter gering. Daarom zal worden volstaan met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 47 HGEU en artikel 6, eerste lid, EVRM.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

Ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft [slachtoffer 3] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert materiële schade. Hij heeft in de vordering geen concrete schadebedragen opgenomen.
Ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een vergoeding van € 1.223,43 aan materiële schade.
Ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft LeasePlan Nederland N.V . zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij LeasePlan Nederland N.V . vordert een vergoeding van € 1.329,71 aan materiële schade.
Ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit heeft [slachtoffer 7] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij [slachtoffer 7] vordert een vergoeding van € 1.278,85 aan materiële schade.
Ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit heeft Sneakers zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij Sneakers vordert een vergoeding van € 1.663,57 aan materiële schade.
Ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit heeft [naam verbalisant 1] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij [naam verbalisant 1] vordert een vergoeding van € 350,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , LeasePlan Nederland N.V . , [slachtoffer 7] , Sneakers en [naam verbalisant 1] integraal moeten worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft zij zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag aan eigen risico, te weten € 67,-, moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij [slachtoffer 3] moet ten aanzien van het overig verzochte niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.
8.2.
Beoordeling
De benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Uit de bijgevoegde factuur van Autotaalglas blijkt dat de benadeelde partij een bedrag van € 67,- aan eigen risico zelf heeft moeten dragen. Deze schadepost is genoegzaam onderbouwd en zal worden toegewezen. De benadeelde partij heeft tevens gevorderd de verhoging van de verzekeringspremie in de komende jaren en de verlaging van de schadevrije jaren te vergoeden. De benadeelde partij heeft echter geen concrete schadebedragen genoemd en deze schade ook niet nader onderbouwd. Aanhouding van de zaak om de benadeelde partij in de gelegenheid te stellen nader bewijs over te leggen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal ten aanzien van het overig verzochte niet-ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht, de vordering door de verdachte niet is weersproken en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.
De benadeelde partij LeasePlan Nederland N.V .
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij LeasePlan Nederland N.V . door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht, de vordering door de verdachte niet is weersproken en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.
De benadeelde partij [slachtoffer 7]
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht, de vordering door de verdachte niet is weersproken en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.
De benadeelde partij Sneakers
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij Sneakers door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De benadeelde partij heeft de materiële schade voldoende onderbouwd. De rechtbank zal de posten toewijzen exclusief btw, omdat de benadeelde partij als ondernemer de btw kan terugvorderen of verrekenen. De rechtbank concludeert dat de vordering tot vergoeding van materiële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.374,85. Het overig verzochte zal worden afgewezen.
De benadeelde partij [naam verbalisant 1]
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 350,-, zodat de vordering integraal zal worden toegewezen.
Ten aanzien van alle benadeelde partijenDe benadeelde partijen hebben gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd worden met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023.
Omdat de vorderingen van de benadeelde partijen (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
8.3.
Conclusie
De verdachte dient de benadeelde partijen ter zake van schadevergoeding de volgende bedragen te betalen:
  • aan [slachtoffer 3] een bedrag van € 67,-;
  • aan [slachtoffer 1] een bedrag van € 1.223,43;
  • aan LeasePlan Nederland N.V . een bedrag van € 1.329,71;
  • aan [slachtoffer 7] een bedrag van € 1.278,85;
  • aan Sneakers een bedrag van € 1.374,85;
  • aan [naam verbalisant 1] een bedrag van € 350,-;
telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 en met de kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 57, 63, 266, 267 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
De benadeelde partij [slachtoffer 3]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] , te betalen een bedrag van
€ 67,- (zegge: zevenenzestig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3] te betalen
€ 67,-(
zegge: zevenenzestigeuro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 67,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van
€ 1.223,43 (zegge: duizendtweehonderddrieëntwintig euro en drieënveertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 1.223,43 (zegge: duizend tweehonderddrieëntwintig euro en drieënveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.223,43 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
22 (tweeëntwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
De benadeelde partij LeasePlan Nederland N.V .
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij LeasePlan Nederland N.V . , te betalen een bedrag van
€ 1.329,71 (zegge: duizend driehonderdnegentwintig euro en eenenzeventig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van LeasePlan Nederland N.V . te betalen
€ 1.329,71 (zegge: duizend driehonderdnegentwintig euro en eenenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.329,71 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
23 (drieëntwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
De benadeelde partij [slachtoffer 7]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] , te betalen een bedrag van
€ 1.278,85 (zegge: duizend tweehonderdachtenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 7] te betalen
€ 1.278,85 (zegge: duizend tweehonderdachtenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.278,85 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
22 (tweeëntwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
De benadeelde partij Sneakers
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij Sneakers , te betalen een bedrag van
€ 1.374,85 (zegge: duizend driehonderdvierenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van Sneakers te betalen
€ 1.374,85 (zegge: duizend driehonderdvierenzeventig euro en vijfentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.374,85 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
23 (drieëntwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
De benadeelde partij [naam verbalisant 1]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam verbalisant 1] , te betalen een bedrag van
€ 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam verbalisant 1] te betalen
€ 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 350,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
7 (zeven) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele, voorzitter,
en mrs. J.A. Terstegge en J. Langeveld, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 maart 2023
tot en met 3 maart 2023 te Vlaardingen,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere voertuigen, in elk geval enig
goed, dat/die geheel of ten dele aan meerdere eigenaren en/of
benadeelden, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt, te weten:
- een Kia Seed ( [kentekennummer 2] ) toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
- een Renault Kadjar ( [kentekennummer 3] ) toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
- een Ford Focus ( [kentekennummer 4] ) toebehorende aan [slachtoffer 3] ,
- een Ford Focus ( [kentekennummer 1] ) toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of
Leaseplan B.V .,
- een BMW 1 serie ( [kentekennummer 5] ) toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of
- een Volkswagen Caddy ( [kentekennummer 6] ) toebehorende aan Gemeente
Vlaardingen en/of [slachtoffer 6] , en/of
- een BMW 7 serie ( [kentekennummer 7] ) toebehorende aan [slachtoffer 7] ;
2.
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2023 tot en met 3 maart 2023
te Vlaardingen,
opzettelijk en wederrechtelijk meerdere ruiten, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan Sneakers (locatie: [naam locatie] ), in elk geval
aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar
gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij in of omstreeks de periode van 2 maart 2023 tot en met 3 maart 2023
te Vlaardingen,
opzettelijk
een ambtenaar, te weten [naam verbalisant 1] (werkzaam als hoofdagent
bij de Politie Eenheid Rotterdam), gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
in zijn tegenwoordigheid,
door feitelijkheden,
heeft beledigd,
door die [naam verbalisant 1] in het gezicht te spugen.