Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/376179-24 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, van het in de zaak met parketnummer 10/310138-24 ten laste gelegde en van het in de zaak met parketnummer 10/115599-25 onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met oplegging van de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering in het rapport van 28 februari 2025 is geadviseerd, te weten een meldplicht bij de reclassering, deelname aan ambulante behandeling, verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan controle op middelengebruik, en de dadelijke uitvoerbaarheid van die bijzondere voorwaarden;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10/045453-24 en van de vordering in de zaak met parketnummer 10/139698-23, met verlenging van de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde straffen in beide zaken.
4.Waardering van het bewijs
van hetWetboek van Strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [naam verbalisant] (hoofdagent bij de politie Eenheid Rotterdam), belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen mee te werken aan een onderzoek uitgeademde lucht, hieraan geen gevolg te geven;
toebehorendeaan [slachtoffer 2] , heeft beschadigd;
toebehorendeaan Jumbo
Supermarkt(locatie [adres 2] ), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
toebehorendeaan politie Eenheid Rotterdam, heeft onbruikbaar gemaakt.
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
5.Strafbaarheid feiten
1.poging tot zware mishandeling;
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en onderzoek van strafbare feiten;
1.diefstal;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
€ 488,82 (zegge: vierhonderdachtentachtig euro en tweeëntachtig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 82,43 (zegge: tweeëntachtig euro en drieënveertig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 april 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 1] te betalen
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 november 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro) niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 (drie) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 2] te betalen
€ 488,82 (zegge: vierhonderdachtentachtig euro en tweeëntachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 488,82 (zegge: vierhonderdachtentachtig euro en tweeëntachtig cent)niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 (acht) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de verdachte de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van Nationale Politie Eenheid Rotterdam te betalen
€ 82,43 (zegge: tweeëntachtig euro en drieënveertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 april 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 82,43 (zegge: tweeëntachtig euro en drieënveertig cent)niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;