Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest;
- verbeurdverklaring van de in beslag genomen auto en teruggave van het onder de verdachte in beslag genomen geldbedrag.
4.Waardering van het bewijs
eenwoning
aan de [adres 2]te plaatsen en aan te steken, waardoor dieexplosieven tot ontploffing zijn gebracht, terwijl daarvan
in deaangrenzendewoningen
eenwoning
aan de [adres 4]te plaatsen en aan te steken, waardoor dat vuurwerk, tot ontploffing is gebracht, terwijl daarvan
in deaangrenzende woningen,
5.Strafbaarheid feiten
6.handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 48 (achtenveertig) maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1, 2 en 3: de personenauto (omschrijving: rood, Renault, goednummer: [beslagnummer] )
€ 4.484,10 (zegge: vierduizend vierhonderdvierentachtig euro en tien eurocent), bestaande uit € 1.484,10 aan materiële schade en € 3.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 april 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 1] te betalen
€ 4.484,10 (zegge: vierduizend vierhonderdvierentachtig euro en tien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2025 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 4.484,10 (zegge: vierduizend vierhonderdvierentachtig euro en tien eurocent)niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
54 (vierenvijftig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;