ECLI:NL:RBROT:2025:6548

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
8963920 CV EXPL 21-1168
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van overeenkomst voor lesgeld door tekortkomingen in informatieverplichtingen

In deze zaak vordert Capabel Onderwijs Groep B.V. betaling van lesgeld van een gedaagde die een overeenkomst voor een opleiding tot doktersassistente had gesloten. De overeenkomst is online tot stand gekomen, maar de gedaagde heeft de kosten niet volledig betaald. Capabel eist een bedrag van € 1.763,22, maar de gedaagde beroept zich op vernietigbaarheid van de overeenkomst, omdat de bestelknop op de website niet voldeed aan de wettelijke eisen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis al overwogen dat de overeenkomst vernietigbaar is en bevestigt dit in het eindvonnis. De kantonrechter oordeelt dat de gehele overeenkomst vernietigd is, omdat de bestelknop niet voldeed aan de eisen van artikel 6:230v lid 3 BW. Hierdoor wordt de overeenkomst geacht nooit te hebben bestaan, maar Capabel heeft recht op een redelijke vergoeding voor de geleverde prestaties. De kantonrechter past een sanctie toe op de betalingsverplichting van de gedaagde, omdat Capabel niet heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen. Uiteindelijk wordt de vordering van Capabel afgewezen, omdat de gedaagde al meer heeft betaald dan waar Capabel recht op heeft. De proceskosten worden aan Capabel opgelegd, omdat zij ongelijk krijgt in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 8963920 CV EXPL 21-1168
datum uitspraak: 25 april 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Capabel Onderwijs Groep B.V.,
vestigingsplaats: Zwolle,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. U. Özcan.
De partijen worden hierna ‘Capabel’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 12 mei 2023 en de daarin genoemde stukken;
  • de beslissing van de Hoge Raad van 4 oktober 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1366);
  • de akte uitlaten van Capabel van 30 januari 2025;
  • de akte van uitlating van [gedaagde] van 27 maart 2025.

2.De verdere beoordeling

2.1.
[gedaagde] heeft met Capabel een overeenkomst gesloten voor het volgen van de opleiding ‘doktersassistente’. Deze overeenkomst is online tot stand gekomen. De opleiding is gestart op 5 oktober 2015.
2.2.
[gedaagde] heeft de kosten voor de opleiding niet volledig betaald. Capabel eist in deze procedure betaling van € 1.763,22, zijnde de (totale) opleidingskosten van € 4.806,-, plus kosten en rente, verminderd met de betalingen die [gedaagde] al heeft gedaan.
2.3.
[gedaagde] vindt dat zij niets meer hoeft te betalen aan Capabel. Zij heeft van de opleiding slechts iets meer dan één blok gevolgd en had toen, omdat zij niet meer betaalde, door Capabel moeten worden uitgesloten van de opleiding. Capabel heeft haar ook daadwerkelijk geschorst van de opleiding, maar pas in februari/maart 2017. [gedaagde] heeft in deze procedure een beroep gedaan op vernietigbaarheid van de overeenkomst met Capabel, omdat de bestelknop niet voldoet aan de eisen die daaraan gesteld worden (artikel 6:230v lid 3 BW).
De kantonrechter vernietigt de overeenkomst
2.4.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 12 mei 2023 al overwogen dat zij voornemens is de overeenkomst te vernietigen en dat doet zij ook. Dat de bestelknop niet voldeed aan de eisen die daaraan gesteld worden, betekent dat de hele overeenkomst vernietigbaar is. Voor gedeeltelijke vernietiging, zoals Capabel eerder heeft bepleit, is geen plaats. Vanwege de vernietiging wordt de overeenkomst – met terugwerkende kracht – geacht niet te hebben bestaan.
Capabel heeft recht op een vergoeding van € 1.922,40 en dit bedrag heeft [gedaagde] al betaald
2.5.
Uit de beslissing van de Hoge Raad van 4 oktober 2024 [1] , in antwoord op de in deze procedure gestelde prejudiciële vragen, volgt dat Capabel na vernietiging van de overeenkomst recht heeft op een vergoeding van de waarde van de prestatie die zij op basis van de overeenkomst heeft geleverd. Oftewel, [gedaagde] moet Capabel een vergoeding betalen voor het lesmateriaal dat zij heeft ontvangen en de lessen die zij heeft gevolgd of had kunnen volgen. Uit de beslissing van de Hoge Raad volgt ook dat Capabel recht heeft op een vergoeding ‘voor zover dit redelijk is’ en dat het in een zaak als deze niet redelijk is als Capabel een vergoeding zonder enige korting voor de prestatie zou ontvangen.
2.6.
In het tussenvonnis van 12 mei 2023 heeft de kantonrechter overwogen dat [gedaagde] de overeenkomst niet (tussentijds) heeft beëindigd en dat Capabel dat ook niet heeft gedaan. [gedaagde] heeft de hele opleiding kunnen volgen en daarom geldt als uitgangspunt dat Capabel de kosten voor de gehele opleiding in rekening mag brengen. Op dit bedrag past de kantonrechter echter wel een sanctie toe, omdat Capabel niet heeft voldaan aan de informatieverplichtingen die op haar rusten. Het gaat om de volgende verplichtingen.
precontractueel: de prijs van het product of de dienst
2.7.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van het product of de dienst worden weergegeven. Dit betreft de prijs inclusief alle eventuele bijkomende kosten en belastingen. Capabel heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. Het vermelden van de afzonderlijke elementen van het totaalbedrag, waarbij de consument zelf het aantal maandtermijnen moet vermenigvuldigen om op een totaalbedrag uit te komen, is niet voldoende. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder e BW is geschonden.
precontractueel: de duur van de overeenkomst en opzegtermijn na verlenging
2.8.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o BW moet voor de consument duidelijk zijn hoe lang de overeenkomst loopt als deze niet tussentijds wordt opgezegd. Daarnaast moet duidelijk zijn of de overeenkomst na die periode vanzelf afloopt of doorloopt. Als de overeenkomst doorloopt dan moet ook worden vermeld op welke termijn de consument de overeenkomst daarna kan opzeggen. Informatie over de duur van de overeenkomst en de vraag of de overeenkomst vanzelf eindigt of juist doorloopt moet tijdens het bestelproces aan de consument worden verstrekt zonder dat de consument de informatie zelf moet opzoeken. Niet voldoende is dus dat deze informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Informatie over de wijze van opzeggen na het verstrijken van de eerste periode mag wel in de algemene voorwaarden worden opgenomen. De kantonrechter is van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder o BW is geschonden.
precontractueel: de periode waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen
2.9.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p BW moet voor de consument duidelijk zijn voor welke periode hij ten minste aan de overeenkomst gebonden is. Duidelijk moet dus zijn tegen welk moment de consument de overeenkomst op zijn vroegst kan beëindigen. Als de overeenkomst een bepaalde minimumduur heeft waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen, dan moet dat duidelijk worden genoemd. Als de overeenkomst niet zo’n termijn heeft, moet duidelijk zijn welke opzegtermijn er voor de overeenkomst geldt. De consument moet tijdens het bestelproces duidelijk op deze informatie worden gewezen. Niet voldoende is dus dat de informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. De kantonrechter vindt het ook onvoldoende dat alleen in de toegezonden onderwijsovereenkomst, als het bestelproces al is doorlopen, een looptijd wordt genoemd van achttien maanden. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder p BW is geschonden.
duurzame gegevensdrager: het ontbindingsrecht
2.10.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. Capabel heeft niet aangetoond dat zij hieraan heeft voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
duurzame gegevensdrager: de periode waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen
2.11.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet op een duurzame gegevensdrager worden bevestigd voor welke periode de consument ten minste aan de overeenkomst gebonden is. Duidelijk moet dus zijn tegen welk moment de consument de overeenkomst op zijn vroegst kan beëindigen. Als de overeenkomst een bepaalde minimumduur heeft waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen, dan moet dat duidelijk worden genoemd. Als de overeenkomst niet zo’n termijn heeft, moet duidelijk zijn welke opzegtermijn er voor de overeenkomst geldt. Capabel heeft niet aangetoond dat deze informatie op een duurzame gegevensdrager aan [gedaagde] is verstrekt. Uit de informatie in de onderwijsovereenkomst blijkt immers niet tegen welke datum [gedaagde] de overeenkomst op zijn vroegst kon beëindigen. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder p BW is geschonden.
2.12.
Tot slot voldoet, zoals al overwogen, de bestelknop niet aan de eisen die daaraan gesteld worden.
2.13.
De kantonrechter stelt op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen met toepassing van de (nu geldende) sanctierichtlijn de betalingsverplichting van [gedaagde] op 40% van de door Capabel gehanteerde prijs. Bij drie of meer voldoende ernstige schendingen en een onjuiste bestelknop wordt de betalingsverplichting namelijk verminderd met 60%. De kantonrechter ziet geen aanleiding om deze sanctie (of: redelijkheidscorrectie) achterwege te laten of lager vast te stellen, zoals Capabel heeft betoogd. Dat zou namelijk afbreuk doen aan het geldende sanctiebeleid.
2.14.
Het voorgaande betekent dat van de totale opleidingskosten (van € 4.806,-) 40% en dus € 1.922,40 door [gedaagde] verschuldigd is. [gedaagde] heeft al een bedrag van € 3.042,78,- betaald. Omdat dit bedrag hoger is dan de vergoeding waarop Capabel recht heeft, worden de vorderingen van Capabel afgewezen.
Capabel moet de proceskosten betalen
2.15.
De proceskosten komen voor rekening van Capabel, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Capabel aan [gedaagde] moet betalen op € 816,- aan salaris voor de gemachtigde (4 punten × € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 918,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.16.
Dit vonnis wordt voor zover het de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [gedaagde] dat eist en Capabel daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering van Capabel af;
3.2.
veroordeelt Capabel in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 918,-;
3.3.
verklaart dit vonnis voor zover het de veroordeling onder 3.2 betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
51909