Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 mei 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de [gemeente]
Samenvatting
Dit betekent dat er negen naheffingsaanslagen door de heffingsambtenaar zijn gehandhaafd. Eiser is het daar niet mee eens. Eiser was in de veronderstelling dat zijn parkeervergunning geldig was voor de locatie waar hij zijn auto had geparkeerd. Dat was niet het geval.
Nu eiser niet over een geldige parkeervergunning beschikte voor de locatie waar hij geparkeerd had en ook niet op een andere wijze parkeerbelasting heeft betaald, zijn de naheffingsaanslagen terecht aan eiser opgelegd. Omdat er geen sprake is van een bijzondere omstandigheid, is het de rechtbank niet toegestaan om het opleggen van de naheffingsaanslagen aan het evenredigheidsbeginsel te toetsen. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de negen overgebleven naheffingsaanslagen gehandhaafd blijven.
Inleiding
Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar.
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Een bijzondere omstandigheid zoals de wetgever heeft bedoeld is bijvoorbeeld een omstandigheid waarin de belastingplichtige niet in redelijkheid de gelegenheid heeft gehad om de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen of de belastingplichtige door onvoorziene omstandigheden, zoals een acute noodsituatie, redelijkerwijs niet kan worden gevergd de verschuldigde parkeerbelasting te betalen. Buiten deze situaties om, kan niet worden gezegd dat in gevallen van ontbrekende of geringe verwijtbaarheid en in gevallen waarin het bedrag van de kostenopslag naar het oordeel van de rechter niet passend en geboden zou zijn, sprake is van bijzondere omstandigheden die niet of niet ten volle zijn verdisconteerd in de afweging van de wetgever. [2]