ECLI:NL:RBROT:2025:645
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag ontheffing van arbeidsverplichtingen op basis van de Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 24 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om ontheffing van de arbeidsverplichtingen onder de Participatiewet (Pw) behandeld. Eiseres, die sinds 1 maart 1997 een uitkering ontvangt op grond van de Pw, had op 21 februari 2024 een verzoek ingediend voor ontheffing van de verplichtingen uit artikel 9 van de Pw, omdat zij door medische klachten niet in staat zou zijn om aan deze verplichtingen te voldoen. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvraag echter afgewezen, zowel in het primaire besluit van 3 april 2024 als in het bestreden besluit van 11 juli 2024, omdat eiseres niet voldoende (medische) onderbouwing had geleverd voor haar aanvraag.
De rechtbank heeft het beroep op 20 december 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiseres als het college aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de bewijslast voor het aantonen van de beperkingen die aanleiding kunnen geven tot ontheffing bij eiseres ligt. Eiseres heeft in haar aanvraag enkel aangegeven dat zij wegens klachten niet kan voldoen aan de verplichtingen, maar heeft nagelaten om concrete medische informatie te verstrekken die haar situatie onderbouwt. De rechtbank stelt vast dat het college niet verplicht was om een medisch onderzoek te laten uitvoeren, aangezien eiseres zelf niet met bewijs is gekomen dat haar beperkingen aantoont.
De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag van eiseres om ontheffing van de arbeidsverplichtingen terecht heeft afgewezen. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank benadrukt dat eiseres de mogelijkheid heeft om een nieuwe aanvraag in te dienen, mits deze voorzien is van de benodigde medische informatie.