ECLI:NL:CRVB:2023:810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om ontheffing arbeidsverplichtingen op basis van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die samen met zijn echtgenote bijstand ontvangt, had een aanvraag ingediend om ontheffing van de arbeidsverplichtingen op grond van artikel 9, tweede lid, van de Participatiewet (PW). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Maassluis, omdat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd van zijn beperkingen bij de arbeidsinschakeling. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat de bewijslast voor het aantonen van dringende redenen voor ontheffing bij de aanvrager ligt.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting op 28 maart 2023, waarbij de appellant werd bijgestaan door zijn advocaat. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de appellant niet had aangetoond dat hij beperkingen ondervond die een medisch onderzoek door het college noodzakelijk maakten. De Raad bevestigde dat het college niet verplicht was om een medisch adviseur in te schakelen, aangezien de appellant geen concrete informatie had verstrekt over zijn medische situatie. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, waardoor de afwijzing van de aanvraag om ontheffing in stand bleef.