ECLI:NL:RBROT:2025:6256
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-aanvulling wegens te lang verblijf in het buitenland en overschrijding van de vermogensgrens
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 28 mei 2025, wordt het beroep van eisers tegen de intrekking en terugvordering van de door hen ontvangen aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) beoordeeld. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) had in een primair besluit van 9 augustus 2024 vastgesteld dat eisers geen recht meer hadden op AIO-aanvulling vanwege een te lang verblijf in het buitenland en een overschrijding van de vermogensgrens. Eisers, die van 17 april 2022 tot en met 29 oktober 2022 in Turkije verbleven, hadden dit verblijf niet gemeld bij de SVB. De SVB concludeerde dat eisers te veel AIO-aanvulling hadden ontvangen en vorderde een bedrag van € 24.096,35 terug. Eisers maakten bezwaar tegen dit besluit, maar de SVB verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank oordeelde dat de SVB op goede gronden had gehandeld. De rechtbank stelde vast dat eisers langer dan de toegestane periode in het buitenland waren verbleven en dat er geen dringende redenen waren om van de meldingsplicht af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond, wat betekent dat de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling rechtmatig was. De rechtbank benadrukte dat het aan de SVB was om de nodige kennis over de relevante feiten te verzamelen en dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking en terugvordering was voldaan, op de SVB rustte. De rechtbank concludeerde dat de SVB de AIO-aanvulling terecht had ingetrokken en het terugvorderingsbedrag rechtmatig was vastgesteld.