In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2025 een eindbeschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De zaak betreft de benadeling van de huwelijksgemeenschap, waarbij de vrouw stelt dat de man de gemeenschap heeft benadeeld door een onroerend goed in Kroatië niet correct te taxeren. De rechtbank heeft eerder op 2 augustus 2024 geoordeeld dat de man de huwelijksgemeenschap heeft benadeeld en heeft de beslissing aangehouden in afwachting van een taxatierapport. Dit rapport, dat door een Kroatische makelaar is opgesteld, heeft een waarde van € 315.000,- vastgesteld voor het onroerend goed. De vrouw heeft echter bezwaren geuit tegen de totstandkoming van dit rapport en stelt dat de waarde in werkelijkheid € 800.000,- bedraagt. De rechtbank heeft de bezwaren van de vrouw niet gegrond bevonden en heeft besloten om het taxatierapport te volgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de gemeenschap heeft benadeeld voor een bedrag van € 157.500,-, dat de vrouw van de man moet ontvangen. Daarnaast heeft de rechtbank de man veroordeeld tot betaling van de taxatiekosten van € 875,- en de proceskosten van € 2.456,- aan de vrouw. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.