Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 oktober 2024 met producties 1-28;
- de conclusie van antwoord namens [gedaagden] van 8 januari 2025 met producties 1-18;
- de conclusie van antwoord namens NBKB van 8 januari 2025 met producties 1-12;
- de zittingsagenda voor de zitting van 2 april 2025 van 4 maart 2025;
- de brief namens [eiseres] van 19 maart 2025 met kleurenfoto’s van producties 4, 7, 10 en 14 en producties 29-37;
- de akte tot vermindering van de eis namens [eiseres] van 2 april 2025;
- de spreekaantekeningen van [eiseres] voor de zitting van 2 april 2025;
- de spreekaantekeningen van [gedaagden] voor de zitting van 2 april 2025;
- de spreekaantekeningen van NBKB voor de zitting van 2 april 2025.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
motorvrachtschip, genaamd ‘
[naam schip]’ (…) met bijbehorende inventaris.
NBKBcondities. Het vlak en de kimmen moeten minimaal
0.5dikker zijn dan de minimum toegestane maat van het
NBKB.De kosten van motorkeuring- hellingen - spuiten en eventueel teren inclusief expertise zijn voor rekening van de koper.
EUR 25.000,exclusief BTW behoudt verkoper zich het recht voor deze overeenkomst te ontbinden. Eventuele uit te keren verzekeringspenningen minus het eigen risico als gevolg van een eventuele schade vallen buiten deze maximale reparatiebedragen. Indien deze overeenkomst door te hoge reparatiekosten wordt ontbonden, zijn de kosten van hellingen - spuiten en eventueel teren van het vlak voor de ontbindende partij. De keuringskosten blijven voor rekening van de koper.
- Roestvorming op onderzijde wrangen en zaathouten;
- Scheuren in de wrangflenzen;
- Vervorming van de wrangflenzen;
- Geplooide wrangen;
- Gescheurde verbindingen tussen wrangen en zaathouten;
- Scheuren in de zaathoutflenzen;
- Gescheurde lijfplaten van de zaathouten (voornamelijk ten gevolge van eerdere inferieure reparaties).
Beoordeling inspectie door [naam 3]
Op 4 plaatsen zijn er inspectiegaten in de laadvloer gesneden (de beplating is niet of nauwelijks ingeteerd / het laagje water is geheel verwijderd).Waarschijnlijk is in de periode 17 tot 27 mei 2023 het water en sludge ter plaatse van de eerder gemaakte inspectieopeningen verwijderd en werd de toestand door [naam 3] om die reden in orde bevonden. Echter de conditie ter plaatse van de inspectieopeningen zegt niets over de aanwezigheid van water en sludge in de dubbele bodemcompartimenten waar geen inspectie openingen waren gesneden. Gezien het ontbreken van waterloopgaten in de verbanddelen loopt water - alleen via lasholletjes - zeer slecht naar het laagste punt. [naam 3] beschikte echter wel over voorinformatie van [naam 2] over de aanwezigheid van veel water en sludge.
4.Het geschil
5.De beoordeling
De uitleg van de koopovereenkomst
“de licht roestige binnenzijde van de bodembeplating en de onderzijde van wrangen (…) d.m.v. anti corrosie vloeistof”moest worden verholpen en dat is gebeurd. Daarmee is de verbintenis die [naam bedrijf 1] op zich had genomen teniet gegaan. De uitleg die [eiseres] geeft zou neerkomen op een garantie die de levering overleeft en dat is niet de risicoverdeling die partijen zijn overeengekomen, aldus [gedaagden]
definitiefCvO bedoeld, dat een geldingsduur heeft van vijf tot zeven jaar. Partijen voorzagen echter dat een definitief CvO niet voor de overeengekomen leveringsdatum, 30 juni 2023, zou kunnen worden verkregen en namen op de datum van levering genoegen met een voorlopig CvO. Zij deden dat in de verwachting dat afgifte van een definitief CvO na een voorlopig CvO normaalgesproken een formaliteit is. [gedaagden] hebben niets gesteld, waaruit kan volgen dat partijen hebben bedoeld dat het bij een voorlopig CvO mocht blijven. Een voorlopig CvO heeft een geldingsduur van enkele maanden en is daarom onvergelijkbaar met een definitief CvO.
na de leveringdoor een definitief CvO zou worden gevolgd (zie 5.6 hiervoor). Daarom kan niet aan [eiseres] worden tegengeworpen dat zij in die verwachting aan de levering heeft meegewerkt. Het zou bovendien naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, indien [eiseres] genoegen zou moeten nemen met de reparaties die zijn verricht op grond van de inspectie door [naam 3] , omdat vast staat dat (i) die inspectie onvoldoende zorgvuldig en onvoldoende onafhankelijk is geweest; (ii) [naam bedrijf 1] die inspectie heeft laten verrichten, terwijl zij wist of moest weten dat het afmaken van de inspectie door [naam 2] tot ontbinding zou leiden of tot kosten boven het bedrag van € 25.000,00 die op grond van de koopovereenkomst voor haar rekening zouden komen; (iii) [naam bedrijf 1] de levering op basis van de inspectie door [naam 3] heeft afgedwongen door te dreigen met schadeclaims; (iv) [eiseres] [naam bedrijf 1] voor de levering al had gewaarschuwd dat zij onderzoek zou laten doen en [naam bedrijf 1] voor de kosten van reparaties aansprakelijk zou houden; en (v) omvangrijke reparaties nodig waren om een CvO te verkrijgen.
condicio sine qua non-verband) en de schade moet aan gedaagden toerekenbaar zijn. Bij dat laatste speelt onder meer de aard van de aansprakelijkheid en van de schade een rol.