Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 3],
[gedaagde 4] (overleden),
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 juli 2024 (hierna: het Tussenvonnis);
- de brief van [gedaagde] c.s. van 4 oktober 2024, met het verzoek aan de rechtbank om tussentijds appel toe te staan;
- de op de rol van 9 oktober 2024 genomen akte uitlating na tussenvonnis, tevens akte houdende aanvullende productie, tevens akte houdende voorwaardelijke incidentele vordering voor provisionele voorziening (art. 223 Rv) van [eiseres] c.s., met productie EP65;
- het bericht van de rechtbank van 14 oktober 2024 aan partijen dat het verzoek van [gedaagde] c.s. om tussentijds appel toe te staan, wordt afgewezen;
- de op de rol van 8 januari 2025 genomen akte na tussenvonnis, tevens houdende verzoek tot instellen van een vertrouwelijkheidsregime en incidentele vordering ex art. 843a Rv van [gedaagde] c.s., met producties GP25 tot en met GP32.
2.De akte uitlating na tussenvonnis van [eiseres] c.s.
- de vorderingen c.q. positie van [eiseres 2] tegen [gedaagde 3] en (de inmiddels overleden) [gedaagde 4] ;
- de vorderingen c.q. positie van [eiseres 1] tegen ieder van [gedaagde] c.s. naar [buitenlands]
3.De akte uitlating na tussenvonnis van [gedaagde] c.s.
- de 44 producten in de door [eiseres] c.s. overgelegde bijlage bij conclusie van repliek;
- de vorderingen c.q. positie van [eiseres 2] tegen [gedaagde 3] en (de inmiddels overleden) [gedaagde 4] ;
- de vorderingen c.q. positie van [eiseres 1] tegen ieder van [gedaagde] c.s. naar [buitenlands]
4.De beoordeling van de punten van orde
Voorwaardelijke incidentele vordering van [eiseres] c.s. tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv
Erfolgsortexpliciet boven het
Handlungsort, waarmee al hetgeen [gedaagde] c.s. betoogt over dat
Handlungsort(de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis) doel mist. Het aangehaalde arrest Kronhofer/Maier, dat over bevoegdheid gaat en dus niet over dezelfde toetsingsnorm, betrof een situatie waarin de initiële schade (verlies van onderdelen van het vermogen) in een andere (Executie)verdragsstaat was geleden, hetgeen zich in deze zaak niet voordoet. Dat [eiseres] c.s. stelt dat [gedaagde] c.s. inbreukmakende producten heeft verkocht in specifieke landen buiten Nederland, maakt nog niet dat – zoals [gedaagde] c.s. stelt – [eiseres 2] ter zake van die (beweerde) verkopen geen vermogensschade in Nederland lijdt. Het gaat hier, uitgaande van bedoelde stellingen van [eiseres] c.s., om [eiseres 2] die in Nederland is gevestigd en vanuit Nederland met toestemming van [eiseres 1] producten verkoopt en de financiële toestand met betrekking tot die werkzaamheden in Nederland administreert en beheert. Wanneer [eiseres 2] omzet derft doordat [gedaagde] c.s. buiten Nederland inbreukmakende producten verkoopt, lijdt [eiseres 2] dus schade in haar in Nederland te lokaliseren vermogen. Die uitkomst van de toepassing van de Rome II Vo is niet onvoorspelbaar. De rechtbank ziet geen aanleiding om, zoals [gedaagde] c.s. bepleit, de uitzondering van nauwere verbondenheid voorzien in artikel 4 lid 3 Rome II Vo toe te passen op grond van feitelijkheden die zich rondom [gedaagde] c.s. en [eiseres 1] in [land] hebben afgespeeld.
lex causaehad moeten toepassen.
lex causaeworden beheerst zoals hierboven is bevestigd.
lex causaebeheerste – materieel bewijsrecht is. Met ‘toelaatbaarheid van bewijsmiddelen’ wordt in deze context doorgaans gedoeld op regels die voorschrijven met welke soorten bewijsmiddelen rechtsgeldig bewijs kan worden geleverd. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het niet mogen leveren van bepaald bewijs door middel van getuigen. Deze zaak draait niet om bewijsrestricties van die aard, maar om de volgens [gedaagde] c.s. onrechtmatige althans onregelmatige verkrijging van bewijsmiddelen in [land] .
council of eldersof buren terwijl dit naar [buitenlands] recht wel is vereist om de betrouwbaarheid van de resultaten van de beslaglegging te waarborgen. Vast staat ook dat de [buitenlandse] strafrechter gelet op dit gebrek de beslagen bewijsmiddelen niet heeft toegelaten in de [buitenlandse] strafrechtelijke procedure. Gesteld noch gebleken is dat het formele gebrek aan [eiseres 1] valt te verwijten. [eiseres] c.s. heeft toegelicht en onderbouwd dat de beslaglegging door het openbaar ministerie heeft plaatsgevonden met afdoende andere waarborgen voor neutraliteit en betrouwbaarheid (waaronder beveiligingscamera’s van [gedaagde] en de advocaat en het IT-personeel van [gedaagde] ). Naar aanleiding van die stelling heeft [gedaagde] c.s. niet concreet gesteld dat en waarom sprake zou zijn van bevooroordeelde of onwaarachtige bevindingen. Wel heeft de heer [gedaagde 3] verklaard dat de aanwezige politieagenten trachtten te veel gegevens te bekijken en dat daarop is ingegrepen. Daaruit leidt de rechtbank af dat er een mogelijkheid was en is benut om de beslaglegging ‘bij te sturen’ wanneer deze niet correct dreigde te verlopen.
van [bedrijf 1]in de procedures tussen [bedrijf 1] en [eiseres] c.s. werden besproken. Het gaat erom welke producten
van [eiseres] c.s. die in die procedures aan bod kwamen
ookonderwerp van geschil zijn in deze procedure. De rechtbank blijft bij haar oordeel op dit punt: het is niet duidelijk geworden dat het in de onderhavige procedure om dezelfde producten van [eiseres] c.s. gaat als in de procedures met [bedrijf 1] . Dat in r.o. 4.18 van het arrest van het hof Den Haag melding wordt gemaakt van 90 [producten 2] doet daar niet aan af. Die lijst betreft immers slechts een overzicht van in beslag genomen documenten waar [bedrijf 1] inzage in wenste te krijgen. Het hof is, blijkens r.o. 6.4 en 6.6, niet meegegaan in die wens. En dat is ook bevestigd in zijn latere arrest van 17 januari 2017 (ECLI:NL:GHDHA:2017:57, r.o. 3.3.2 en 3.3.5). In dat latere arrest heeft het hof de vordering van [bedrijf 1] op dat punt afgewezen. Die 90 [producten 2] van [eiseres] c.s. speelden daarom ook geen rol in het door het hof gelaste onderzoek van deskundige [persoon A] .
5.De beslissing
woensdag 11 juni 2025voor het nemen van een akte over hetgeen is overwogen onder r.o. 4.26. aan de zijde van [eiseres] c.s.;