In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 23 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Capelle aan den IJssel beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak op 1 januari 2022 vastgesteld op € 440.000,-, wat leidde tot een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2023. Eiser heeft bezwaar gemaakt, waarop de heffingsambtenaar de waarde verlaagde naar € 426.000,-. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelt dat dit beroep niet-ontvankelijk is omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De rechtbank concludeert dat de uitspraak op bezwaar op 3 november 2023 bekend is gemaakt, waardoor de beroepstermijn op 15 december 2023 eindigde. Eiser heeft op 16 december 2023 beroep ingesteld, wat buiten de wettelijke termijn valt. De rechtbank wijst erop dat eiser niet kan vertrouwen op het uitblijven van communicatie van de rechtbank over de ontvankelijkheid van zijn beroep. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, waardoor de zaak niet inhoudelijk wordt beoordeeld en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.