2.2.Advies Den Hey-Acker
Het advies van Den Hey-Acker van 29 januari 2025 houdt onder meer het volgende in.
Samenvatting beloop behandeling PI Vught (BPG-afdeling)
Na de laatste verlenging van de PIJ-maatregel verblijft de veroordeelde een periode op
afdeling 9a van BPG, waar hij in een groepje van maximaal zes gedetineerden zit. Hij is hier
goed in contact met personeel en andere gedetineerden. De veroordeelde heeft in juni 2024
zijn agressieregulatie training afgerond en heeft aangegeven open te staan voor aanvullende
training. De BPG is echter geen behandelafdeling, waardoor het behandelaanbod zeer beperkt is.
Naar aanleiding van een vechtpartij met een medegedetineerde is de veroordeelde overgeplaatst naar een afdeling met een individueel regime. Daar volgt de veroordeelde een individueel programma. Binnen een individuele structuur heeft hij weinig aansturing nodig en heeft weinig hulpvragen. Individueel functioneert de veroordeelde goed op deze afdeling.
Een overplaatsing naar de nieuwe ITA van JJI Teylingereind zoals eerder werd beoogd is niet mogelijk gebleken, omdat de veroordeelde ook binnen het duidelijke en emotioneel neutrale leefklimaat van de BPG niet in staat is geweest zichzelf in de hand te houden.
Recidivegevaar
Er is een onverminderd hoog risico op gewelddadig gedrag. De veroordeelde heeft binnen
de inrichting een agressieregulatie training gevolgd, hetgeen niet heeft verhinderd dat er
toch nog geweldsincidenten hebben plaatsgevonden. De copingvaardigheden van de
veroordeelde schieten tekort. De problematiek is nog onvoldoende bewerkt. Binnen het
kader van de PIJ-maatregel is het onmogelijk gebleken om een ingang te vinden voor
behandeling die nodig is om het zeer hoge risico op recidive te keren. Binnen een zeer
beheersmatige omgeving lukt het de veroordeelde mee te draaien als deze individueel
gericht is en de behandeldruk zeer laag is. De veroordeelde heeft buiten hulpverlening om
een beperkt steunend netwerk, namelijk zijn vriendin en zijn moeder.
Conclusie
Kijkend naar verschillende rapporten, adviezen en (klinische) bevindingen vanuit het
behandelteam wordt gezien dat het kader van de PIJ niet toereikend is voor de veroordeelde.
De gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens is in de PIJ-behandeling zeer
hardnekkig gebleken, waarbij de behandeling vooralsnog niet heeft geleid tot een
verandering in zijn basale wantrouwen en kerncognities. De huidige PIJ-behandeling van de
veroordeelde stagneert en gezien wordt dat de zeer ernstige en vroege
persoonlijkheidsproblematiek van de veroordeelde zich eerder verder verhardt, door een
toenemend wantrouwen en een terugval in perspectief. De veroordeelde weet dat de PIJ-
maatregel eindig is en redeneert terug vanaf dat moment. Als er geen vast eindpunt is, wordt
de veroordeelde met het behandelteam gedwongen zich te oriënteren op het nu en wat er
voor nodig is om vooruit te komen in de behandeling. Het kader van de PIJ-maatregel is niet
toereikend om de tijd te gebruiken als middel om behandelbereidheid te bewerkstelligen, de
PIJ is immers eindig. Er is een langdurig gedwongen en veilig kader nodig aangezien
persoonlijkheidsstoornissen een lange behandelduur hebben. Zeker als deze zo vroeg in het leven zijn ontstaan en zo diep verankerd zijn in de persoonlijkheid als bij de veroordeelde.
Voor het bereiken van een zekere mate van behandelbereidheid wordt meerdere jaren nodig
geacht.
Dit alles op een rijtje zettend kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een groot
dilemma: enerzijds kan geconcludeerd worden dat er nog veel (kritische) risicofactoren
worden gezien die nog onvoldoende worden getemperd door beschermende factoren,
waardoor het recidiverisico op dit moment nog als onveranderd hoog wordt ingeschat en de
mate van bescherming nog als weinig, op het moment dat de PIJ-maatregel per direct wordt
beëindigd en alle kaders en hulpverlening wegvallen. Anderzijds is binnen de JJI alles
geprobeerd zonder positief resultaat en is de resterende tijd te kort.
Concluderend kan gesteld worden dat de behandeling die nodig is om het hoge recidiverisico van de veroordeelde te keren, ondanks inzet van verschillende JJI’s en daarbij ook twee ITA’s, niet heeft geleid tot het bereiken van behandelbereidheid. Waar het binnen de PIJ-maatregel niet is gelukt, zeer waarschijnlijk vanwege de eindigheid van de maatregel, is een gedwongen, beveiligd kader voorwaarde om het onverminderd hoge recidiverisico te behandelen.