In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Maasdelta Groep, eiseres, en een gedaagde die zelf procedeert. De gedaagde huurt een woning van Maasdelta en heeft een huurachterstand opgebouwd. Maasdelta vordert betaling van de huurachterstand en de lopende huur, alsook de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand op het moment van de zitting € 2.830,98 bedroeg, maar dat de gedaagde na de zitting een bedrag van € 1.000,00 heeft betaald, waardoor de resterende huurachterstand op € 1.830,98 komt te liggen. De kantonrechter heeft een betalingsregeling goedgekeurd, waarbij de gedaagde elke maand € 100,00 extra bovenop de huur moet betalen om de achterstand af te lossen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de gevorderde incassokosten en rente door Maasdelta niet toegewezen kunnen worden, omdat de voorwaarden in de algemene voorwaarden van Maasdelta als oneerlijk zijn beoordeeld. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten, en heeft de ontbinding van de huurovereenkomst voorwaardelijk verklaard, afhankelijk van het nakomen van de betalingsregeling. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.