ECLI:NL:RBROT:2025:4669

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 maart 2025
Publicatiedatum
17 april 2025
Zaaknummer
11441738 CV EXPL 24-31340
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een koopovereenkomst met vermindering van betalingsverplichting wegens schending van informatieverplichtingen

In deze zaak vordert Alektum Capital II AG, gevestigd te Zug (Zwitserland), dat [gedaagde] een bedrag van € 109,90 betaalt voor twee kledingstukken die via de webshop van Zara zijn besteld. [gedaagde] heeft de koopprijs gekozen om achteraf te betalen via Klarna, die de vordering op [gedaagde] heeft overgedragen aan Alektum. Ondanks meerdere aanmaningen heeft [gedaagde] niet betaald. De kantonrechter oordeelt dat de vordering gedeeltelijk toewijsbaar is, maar vermindert het te betalen bedrag met 25% vanwege schending van essentiële informatieverplichtingen door de verkoper, Zara. De kantonrechter stelt vast dat Zara niet aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan, wat leidt tot een vermindering van de betalingsverplichting van [gedaagde]. De kantonrechter legt een betalingsregeling op, waarbij [gedaagde] maandelijks € 32,31 moet betalen, zolang zij zich aan deze regeling houdt. Daarnaast worden incassokosten en rente toegewezen, en moet [gedaagde] de proceskosten vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Alektum het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11441738 CV EXPL 24-31340
datum uitspraak: 7 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Alektum Capital II AG,
gevestigd te Zug (Zwitserland),
eiseres,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V. te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
woonachtig te Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert, zonder bijstand van een gemachtigde.
Partijen worden hierna ‘Alektum’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 november 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met één bijlage;
  • de repliek, met bijlagen.
1.2.
Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [gedaagde] niet meer gereageerd op hetgeen Alektum bij repliek naar voren heeft gebracht.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft op 9 oktober 2020 twee kledingstukken besteld via de webshop van Zara voor een totaalbedrag van € 109,90 (inclusief verzendkosten). [gedaagde] heeft ervoor gekozen de koopprijs achteraf (in één keer) te betalen aan Klarna, een aanbieder van een ‘achteraf betaalmethode’. Direct na het sluiten van de koopovereenkomst heeft Zara haar vordering op [gedaagde] middels cessie aan Klarna overgedragen. Klarna heeft op haar beurt de vordering op [gedaagde] middels cessie overgedragen aan Alektum. Alektum stelt dat [gedaagde], ondanks diverse aanmaningen, tot op heden het factuurbedrag van € 109,90 niet heeft betaald, terwijl de twee kledingstukken wel aan [gedaagde] zijn geleverd. Alektum vordert daarom in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om een bedrag van € 109,90 aan haar te betalen. Omdat [gedaagde] niet op tijd heeft betaald, vordert Alektum dat [gedaagde] ook een vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente aan haar moet betalen.
2.2.
De kantonrechter wijst de vordering van Alektum gedeeltelijk toe. Hieronder wordt toegelicht hoe de kantonrechter tot deze beslissing gekomen is.
[gedaagde] moet in beginsel € 109,90 aan Alektum betalen, maar de kantonrechter ziet redenen om dit bedrag te verminderen
2.3.
De kantonrechter leidt uit de stelling van [gedaagde] dat zij voor de onderhavige vordering een betalingsregeling met Alektum heeft getroffen af dat [gedaagde] de vordering van Alektum erkent. [gedaagde] moet daarom in beginsel de hoofdsom van € 109,90 aan Alektum betalen, maar de kantonrechter is van oordeel dat er redenen zijn om dit bedrag te verminderen. De verkoper, in dit geval Zara, heeft namelijk niet aan al haar informatieverplichtingen voldaan. Dit wordt hierna verder uitgelegd.
(Pre)contractuele Informatieverplichtingen
2.4.
De koopovereenkomst is gesloten op afstand tussen een handelaar (Zara) en een consument ([gedaagde]). Van een overeenkomst op afstand is bijvoorbeeld sprake als deze telefonisch of – zoals in het onderhavige geval – via een website is aangegaan.
2.5.
Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals bijvoorbeeld bij een e-mail of een brief.
2.6.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve (dat wil zeggen: uit zichzelf en ongeacht het verweer van de consument) moet onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. Als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n essentiële informatieverplichting, dan moet de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd. [2]
2.7.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden daarbij gerekend als hoogstens één schending.
2.8.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken.
De contactgegevens van de handelaar
2.9.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder c in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet contactinformatie van de handelaar aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. In de bevestiging of de schriftelijke overeenkomst moet ten minste een e-mailadres, een telefoonnummer of het adres van een vestiging worden vermeld. Alektum heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan; in de bevestigingsmail staan wel de contactgegevens van Klarna, maar niet de contactgegevens van Zara vermeld. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder c BW is geschonden.
De wijze van leveren
2.10.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet de verwachte levertermijn aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door het sturen van een track-and-trace-code of een hyperlink. Alektum heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan; in de bevestigingsmail staat niets vermeld over de levering. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
Het ontbindingsrecht
2.11.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen 14 dagen te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. Alektum heeft niet aangetoond dat deze informatie op een duurzame gegevensdrager aan de consument is verstrekt. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
Conclusie informatieverplichtingen: de kantonrechter vermindert de betalingsverplichting met 25%
2.12.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van minder dan vier voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat € 82,43 aan hoofdsom toewijsbaar is (75% van € 109,90). Dit bedrag moet [gedaagde] aan Alektum betalen.
Partijen hebben een betalingsregeling afgesproken
2.13.
De kantonrechter begrijpt dat partijen een betalingsregeling hebben afgesproken. De kantonrechter neemt deze betalingsregeling hierna op in het vonnis. Partijen hebben afgesproken dat [gedaagde] met ingang van december 2024 maandelijks voor de 20e van de maand € 32,31 aan Alektum betaalt. Zolang [gedaagde] zich aan deze regeling houdt, hoeft zij het toegewezen bedrag van € 82,43 niet in één keer aan Alektum te betalen. Betalingen die ten tijde van dit vonnis reeds door [gedaagde] zijn verricht, strekken uiteraard in mindering op onderstaande veroordeling.
[gedaagde] moet € 40,00 aan incassokosten betalen
2.14.
De incassokosten van € 40,00 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
[gedaagde] moet rente betalen
2.15.
De rente wordt toegewezen over het hiervoor genoemde verminderde bedrag (€ 82,43) vanaf 26 oktober 2020, omdat Alektum genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.16.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Alektum moet betalen op € 113,54 aan dagvaardingskosten, € 130,00 aan griffierecht, € 60,00 aan salaris voor de gemachtigde ( 1 ½ punt) en € 20,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 323,54. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Alektum dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Alektum te betalen € 122,43 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 82,43 vanaf 26 oktober 2020 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Alektum worden begroot op € 323,54;
3.3.
bepaalt dat Alektum de hiervoor genoemde bedragen niet kan opeisen zolang [gedaagde] met ingang van december 2024 elke maand voor de 20e dag van de maand € 32,31 aflost;
3.4.
wijst al het andere af;
en, als [gedaagde] een maandelijkse termijn niet of te laat betaalt:
3.5.
bepaalt dat [gedaagde] het bedrag dat op dat moment open staat direct in één keer aan Alektum moet betalen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf dat moment tot de dag dat volledig is betaald;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
62828

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek.
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677.
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.